In hoofdstuk I beschouwden we de materiële factoren die van belang zijn bij het verdwijningsproces van de dracht. Daaronder valt ten eerste de duurte, die in tegenstelling tot de mening van menig auteur, weinig of geen invloed heeft op de bereidheid van de Zeeuwen de dracht af te leggen. In vergelij king met de dracht is het juist de burgerkleding die een financieel grotere belasting betekent. De financiën speelden in Zuid-Beveland in de dertiger jaren wel een rol, toen de landarbeidersgezinnen het zo arm hadden, dat het niet mogelijk was om de kinderen in dracht te steken. Ten tweede kwam de schaarste van het materiaal naar voren. Hieronder vallen dan het kant voor de Bevelandse bovenmutsen en een goede kwaliteit zondagse stof voor vrouwen en mannen op Walcheren en in Zuid-Beveland. In een mindere kwa liteit dan vroeger zijn deze stoffen echter nog wel te krijgen, zodat dit geen dringend probleem vormt. Een punt dat meer moeilijkheden oplevert is dat van het uitsterven en verdwijnen van de jakkennaaisters, de kleermakers en de opdoensters. De behoefte aan dergelijke vakmensen op de dorpen is groot; de enkelen die er nog zijn hebben het druk. Op onze vraag of men de dracht practisch vond in het dagelijks werk, bleek dat wanneer men eenmaal de dracht had afgelegd, men de practische nadelen ervan in het werk en op reis noemde, maar als men ze nog droeg, voelde men deze bezwaren niet of nauwelijks. Iets anders was het met het onderhoud van de mutsen: het stij ven, strijken en plooien bleek voor velen een last. Dit was de mening van zowel draagsters als ex-draagsters. Toch kan men, dit alles overziende, niet zeggen dat het onderhoud van de dracht en de bezwaren ervan in het dage lijks leven, van doorslaggevende betekenis zijn bij het besluit de dracht af te leggen. Onder de sociologische factoren behandelden we de tweede wereldoorlog, het toerisme, de isolatie, de godsdienst en de sociale controle. De tweede wereldoorlog betekende voor Westkapelle en zij het iets minder voor Meliskerke, een belangrijke gebeurtenis. Door de tweede wereldoorlog werd de sociale isolatie van Westkapelle, doordat practisch de gehele be volking moest evacueren, verbroken. Voor Meliskerke kan men dit ook in zekere mate geldig achten, hoewel slechts een gedeelte van het dorp onder water kwam te staan. Ovezande heeft door de tweede wereldoorlog niet direct te lijden gehad. Het gebrek aan stoffen voor de dracht tijdens de oor log was geen directe reden tot afleggen, want de klederdracht is zo sterk, dat zij burgerkleding overleeft. Wel is in sommige gevallen het feit, dat men dracht verloren heeft, een welkome aanleiding geweest om over te stappen op de daarvóór al gewenste burgerkleding. De verstoring van het dorpsleven door het geweld van de oorlog, zowel materieel als geestelijk, heeft wel de schok gegeven waardoor velen gingen beseffen dat in hen een behoefte was 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1966 | | pagina 86