tjes zijn dan iets anders" en dus geen „Phosphorieke stoffe". Mocht zijn
zeer ge-estimeerde vriend nog niet overtuigd zijn, dan stelt Baster hem
voor in de zomer maar eens in Zierikzee te komen logeren, dan kan hij het
verschijnsel en deszelfs oorzaak persoonlijk waarnemen (Baster, 1762b).
Door Maitland (1876) zijn de dieren en planten, welke door Baster in
Natuurkundige Uitspanningen beschreven en afgebeeld werden, opnieuw
gedetermineerd en van aantekeningen voorzien.
Over enige varianten van de Natuurkundige Uitspanningen, v.n.l. met be
trekking tot de platen, gaf Engel (1941) een overzicht.
BOTANISCHE BELANGSTELLING
Uit het bovenstaande, en ook uit de lijst van Baster's geschriften, blijkt
duidelijk zijn grote belangstelling voor planten. Hij kweekte veel soorten in
zijn tuin, niet alleen geneeskrachtige of andere nuttige planten, maar ook
een menigte andere om der wille van hun botanische betekenis. Als hij
overschot van zeldzame gewassen had, deelde hij er gul van uit, o.a. van
een Apocynum aan de secretaris van het Zeeuwsch Genootschap, Ds.J.Tjeenk
(brief aan Te Water, 15 Nov. 1774). Ook bezat hij een exemplaar van de
door Ph. Miller in 1759 naar hem genoemde Basteria, een struik uit Florida
(brief van 1 Febr. 1773 aan Te Water): ik hebbe de Basteria, de zelve is
nergens zoo als door Miller beschreven, dog Du Hamel heeft kort na dien
die beschreven onder de naam Butneria, en Ehret onder die van Brueneria.
Linnaeus die een souverain gezag heeft in de Botanie, heeft om de confusie
van die naamen te vermijden, de zelve genoemt Calycanthus1), zoo dat dat
heestertje vier namen heeft, in Engeland en Holland die van Basteria, in
Vrankrijk Butneria en zoo voorts".
Later heeft ook Houttuyn een plantengeslacht Basteria genoemd.
In 1936, toen de Nederlandse Malacologische Vereniging haar tijdschrift
oprichtte, kreeg dit ter ere van Baster de naam Basteria.
Veel succes heeft Baster gehad met het vertalen van Ph. Miller's Garde
ners Kalendar onder de naam Maandlijksche Tuin-oefeningen 2). Er versche
nen vijf nederlandse edities van. Al kennen wij niet de grootte van elke
oplage, er blijkt toch wel uit, dat het boek met zijn duidelijke aanwijzingen
wat er in elke maand gebeuren moet in bloementuin, moestuin, kruidentuin,
1) Calycanthus floridus Linnaeus, 1759, specerijstruik, fam. Calycanthaceae.
2) Ook de engelse uitgave schijnt een succes geweest te zijn, zoals blijkt uit een brief
van 13 Maart 1767 aan De Wind ,,zoo de Maandelijkse tuinoeffeningen hier te lande
zoo veel aftrek hebben als in Engeland...". Van de engelse uitgave zijn minstens 15
edities bekend.
48