VERSLAG OVER DE TOESTAND EN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN GEDURENDE HET JAAR 1966, UITGEBRACHT DOOR DE SECRETARIS IN DE ALGEMENE VERGADERING VAN 4 APRIL 1967. Gedurende het verslagjaar kwam de algemene vergadering drie maal bijeen. In de vergadering van 31 januari werd de wetswijziging in definitieve vorm aanvaard en vastgesteld. De nieuwe Wet trad op 1 februari in werking. In de vergadering van 28 april werden de verslagen van secretaris en thesaurier goedgekeurd. De algemene vergadering van 4 oktober benoemde 59 nieuwe leden, 46 leden zegden hun lidmaatschap in de loop van het verslagjaar op terwijl het Genootschap het overlijden van 14 leden te betreuren had, onder welke het oud-bestuurslid Ir. A. A. Brevet. Het totaal aantal leden bedraagt thans 855, van wie 253 buiten Zeeland woonachtig zijn. In het bestuur werden op 4 oktober de heren Niemijer en Van Sloten her benoemd. Mr. A. J. Peeck werd benoemd in de plaats van mejuffrouw M. J. van de Vooren, die zich niet meer verkiesbaar stelde. Op verzoek van het bestuur aanvaardde de heer Peeck de post van plaatsvervangend se cretaris. De werkgroepen Historie en Archeologie, „Levend Zeeland" en Paleon tologie hielden geregeld bijeenkomsten en lezingen, waarvoor een goede belangstelling bestond. In West-Zeeuwsch Vlaanderen bleef de dialecten commissie aktief. Een eerste resultaat van haar werkzaamheden verscheen in het Archief. De heer de Ruiter te Middelburg zette een verheugende traditie voort en schonk het Genootschap een kastje met boekbindersattributen en een schilderij. Er werden gedurende het verslagjaar de volgende lezingen gehouden 23 februari Ir. E. Stamhuis. Wetenschap en werkelijkheid in de water bouwkunde. 30 maart A. Mozer. Vooruitzichten van de E.E.G. 20 april Prof. Mr. J. Th. de Smidt. De jurisprudentie van de Grote Raad van Mechelen. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1967 | | pagina 5