als er niet veel werk is, geliefde te vergunnen, zoo zoude hij de plaaten
aanneemen, om te coloreeren, nog moijer als deze nevensgaande, voor de
zeer geringe prijs van ses stuijvers het stuk, 't welk een geringe prijs is,
en voor een Liefhebber het dubbeld waard".
Op 20 April 1763 komt Baster hier nog eens op terug. De platen zijn nog
niet alle gekleurd, ,,'t welk zekerlijk in dezen druksten tijd van de Schilder
nog wel een maand of drie zal aanloopen".
Uit deze beide citaten valt eveneens af te leiden, dat Rhodius huisschilder
was, met een slappe werktijd in de winter, en een drukke tijd in het voorjaar.
Volgens opgave van de heer C. Postma, archivaris der Gemeente Zierik-
zee, zijn echter in het archief van het St Lucasgilde aldaar geen naamlijsten
van de leden uit het tijdvak waarin Jan Rhodius wellicht lid van deze
corporatie geweest is, aanwezig.
Kort geleden verwierf de heer G. Heerebout te Leiden een exemplaar van
Baster's Natuurkundige Uitspanningen, dat oorspronkelijk toebehoord had
aan J. Rhodius. Het boek draagt n.l. op het schutblad de volgende inscriptie:
Desen Boek is present gedaan
Aan mijn Door de Heer J. Baster
als een Bewijs van Agtinge en
Vrindschap waar voor ik Mijn
dien Heer Verpligt Rekene.
Z.Zee 1765
Jan Rhodius (fig. 6)
Daar de platen voor de Natuurkundige Uitspanningen ten dele ook voor
Baster's artikelen in het Hollands Magazijn en in de Verhandelingen van de
Hollandsche Maatschappij dienden (af en toe met kleine wijzigingen) vindt
men hier dezelfde afbeeldingen van Rhodius terug (Engel, 1941). Plaat IX
van het tweede deel der Natuurkundige Uitspanningen draagt bovendien de
signatuur van de graveur C. v. Noorde, 1762. Deze Cornelis van Noorde
(12. III. 1731-16. X. 1795) leefde en werkte in Haarlem. Voor Baster's pu
blicaties in de Philosophical Transactions of the Royal Society (Baster,
1758a en 1762a) graveerde J. Mynde de platen. Deze portret- en landschaps
tekenaar en graveur leefde in Londen tussen 1740 en 1770.
Brief van 7 Sept. 1762 aan P. de Wind „De versogte goudvisjes zal UEdl
binnen twee a drie weken tragten te bezorgen, zijnde mij niets liever als
UEdl dienst te doen, en teijkens van mijn hoog agting te geeven. Dog zij
zullen wat grooter weesen, als die van de Raad pensionaris, dewijl de visjes
van de zomer sterk gegroeijt zijn".
61