II. MARINUS ZWIGTMAN 1818-1848
Marinus Zwigtman werd, als oudste zoon van Cornells Zwigtman en Corne
lia de Vos, geboren te Wissenkerke op 8 mei 1818. Ondanks zijn zwakke
gezondheid (de toenmaals zo gevreesde tering maakte vele slachtoffers
onder de leden van de familie Zwigtman was hij werkzaam in het schilders
bedrijf van zijn vader. Tevens kreeg hij van deze onderricht in tekenen en
schilderen.
J. Immerzeel 24) zegt van hem „Zijn oudste zoon Marinus drukt zijns
vaders voetstappen, en schildert, evenals deze, op eene niet onverdienstelijke
wijze, goedgelijkende portretten als andersints."
Hoe goed Marinus gelijkenissen kon treffen blijkt wel hieruit, dat hij
schetsjes maakte van hem onbekende klanten die hij in de zaak te woord
stond bij afwezigheid van Zwigtman Sr. Wanneer hij naderhand die teke
ningen aan zijn vader liet zien, kon deze aan de hand hiervan direct zeggen
wie de bezoekers geweest waren.
Helaas is er tot nu toe geen enkel gesigneerd werk van Marinus gevonden.
Zijn handtekening is slechts bekend van diverse akten, o.a. van de over
lijdensakte van zijn dochtertje Adriana Zwigtman.
Het Zeeuws Museum te Middelburg bezit een groot vrouwenportret (nr. 1,
M. Zwigtman) dat midden rechts is gesigneerd: naar M. Zwigtman 1841,
K. Kramer 1851. Aan de hand van deze copie lijkt het aannemelijk, de por
tretten nrs. 2 en 4 eveneens toe te schrijven aan M. Zwigtman. De enigszins
grove werkwijze immers, welke afwijkt van die van C. Zwigtman en
K. Kramer, doet aan het werk van een derde schilder denken. Typerend voor
deze schilder is de wijze waarop hij de ogen schildert, n.l. amandelvormig.
Op 20 december 1844 huwde Marinus Zwigtman te Wissenkerke met
Johanna Cattelina Moelands. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen
geboren
1. Adriana Maria Teodora, geboren te Kortgene april 1845, overleden
te Wissenkerke 29 september 1845.
2. Margaretha Adriana Zwigtman, geboren te Wissenkerke 2 maart 1846,
overleden
3. Adriana Zwigtman, geboren te Wissenkerke 10 november 1847, over
leden te Wissenkerke 13 mei 1862.
Veel tijd om zijn aanleg verder tot ontplooiing te brengen heeft Marinus
niet gehad. Zijn lichamelijke toestand verergerde steeds.
De dag vóór zijn dood vond hij de kracht het land achter zijn huis nog
eens rond te lopen, om afscheid te nemen van wat hem dierbaar was. Op
26 januari 1848 overleed hij, nog geen 30 jaar oud.
27