ROBERT SIDNEY
GOUVERNEUR VAN VLISSINGEN 1588-1616
door
M. P. DE BRUIN
Bij de onderhandelingen in 1585 over de hulpverlening door koningin
Elizabeth, is een van de grote tegenspelers de pensionaris van Goes en lid
van de Gecommitteerde Raden van Zeeland Jacob Valcke. Hij was een van
de leden van het gezantschap naar Engeland. De Zeeuwen hebben de onder
handelingen lang gerekt omdat zij niet genegen waren Vlissingen als onder
pand voor de hulpverlening aan de Nederlanden te geven. Het is hier niet de
plaats om de moeizame besprekingen van de fransgezinde gezanten weer te
geven, maar door de onwillige houding van de Staten van Zeeland Vlissingen
als onderpand voor terugbetaling van de bijdragen aan de oorlogvoering
tegen Spanje te geven, kon de val van Antwerpen niet worden voorkomen.
Tussen de overeenkomst en de ratificatie van het verdrag van Nonsuch op
2 oktober 1585 door de Staten-Generaal lag een periode van bijna twee
maanden. Ondanks de tegenwerking van de Zeeuwen, „Flushing was the
key at once to their coast and their interior" bleef de bepaling in het
verdrag dat behalve Den Briel ook Vlissingen en het fort Rammekens de
onderpanden waren. Tot gouverneur van Vlissingen werd Sir Philip Sidney
aangesteld, dichter, diplomaat en soldaat1)- De belangstelling voor zijn per
soon, over wie reeds zoveel is geschreven, is de laatste tijd zo toegenomen
dat zijn werken worden herdrukt en steeds weer nieuwe publicaties over hem
verschijnen. In afwachting van de komst van Sidney moest Capt. Edward
Norris de bezetting door de Engelse troepen regelen. De evacuatie van de
staatse troepen uit Vlissingen liet weer door de tegenwerking van de
Zeeuwen en de intriges van de graaf Hohenlohe zo lang op zich wachten,
dat de Engelse troepen tien dagen lang in open boten bij voortdurende storm
en regen moesten wachten. Daarna werden zij nog acht dagen in een kerk
te Middelburg ingekwartierd. Als gevolg hiervan stierven heel wat soldaten
en de overblijvenden konden ziek en uitgeput hun posten in Vlissingen be
trekken.
Op 18 november 1585 kwam Philip Sidney in Vlissingen aan in zulk slecht
weer dat hij gedwongen was de weg van Rammekens naar Vlissingen te voet
af te leggen. Hem wachtte in de stad een vriendelijke ontvangst.
„Such was the beginning of the connection between the Sydneys and the
town of Flushing, a connection which endured for more than a generation and
which gave birth to a correspondence of unrivalled historical importance."2)
In december van hetzelfde jaar kwam Leicester, als gouverneur-generaal
van de Engelse hulptroepen in de Nederlanden, te Vlissingen aan, met in zijn
49