Fig. 4. Broodspons (Halichondria panicea). Foto naar originele gekleurde tekening in Rijks museum van Natuurlijke Historie te Leiden. Foto Documentatiecentrum Zeeuws Delta gebied. Dr Jan Adriaan Herklots (1819-1872), die van 1846-1872 aan het Museum verbonden was. Hij was een achterkleinzoon van Maria Bomme (1717-1757) zuster van Leendert Bomme, en heeft in deze kwa liteit de manuscripten van zijn overoudoom's nako melingen verworven. De Bundel Leendert Bomme bevat waarnemingen over zoetwater- en zee-organismen; de meeste zijn gedateerd tussen 1768 (het jaar waarin hij zijn bui ten Burgvliet te Oostkapelle kocht!) en 1782. Som mige zijn opgesteld als dagboeknotities, andere als ontwerp-publicaties. De voornaamste worden hier na genoemd, en, zo nodig, besproken. a) Over Klootdiertjes (Volvox) en hun voort planting (12 en 13 Juni 1779 en 6 Juli 1782). b) Over kikker- en padde-eieren „welker onder- scheyd zig ligt vertoond, doordien de Vorsch eyeren zig als lijn- en of koolzaad granen opdoen in een slijmerige kluft of klomp, daar de Pad eyeren in een dergelijke slijmige stof zig bevinden, maar in draaden van zeer grote lengte waar de eyers zig twee aan twee egter wat voorbij elkander schietende in bevin den, eenigzints gelijk aan paternosterkralen, de eyers zijn ook kleynder, dan die der vorschen" (geen jaar tal). c) Over de „Kleyne Vijfhoek", gevonden 9 Juni 1769 op zeewieren, vermoedelijk een jonge Zeester (Asterias rubens). Hierbij zijn drie originele teke ningen. d) Over de „Zeester met tregtersgewijze geledin gen", gevonden 27 November 1771 op „eenige Al- cyoniën en breedbladerige Hoornwieren". Bomme be schreef van dit dier de bewegingen der armen 3°

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1969 | | pagina 28