verloren ging echter in Dreischor het in 1837 ge sloopte middeleeuwse slotje Windenburg. (b) Noordgouwe is de plaats op Schouwen-Duiveland die op het einde van de 18de eeuw het rijkste voor zien was van buitenplaatsen vooral in de omgeving van de uitspanning Schuddebeurs. Het „Huis in 't Bosch" werd gesloopt in 1830 en Rozegaarde in 1851 (b). Slechts een deel van de buitens zijn thans overgebleven. Zonnemaire wisselde in 1867 haar middeleeuwse kerk in voor een gebouw van geringe waarde (8). Op het eiland Schouwen (a) zijn voorts te betreuren de middeleeuwse kerk van Kerk- werve, de dito kerktoren van Nieuwerkerk, afgebro ken in 1820 (b), de kerktoren van Westenschouwen, in 1845 voor afbraak verkocht (d), en de zaalkerk van Eikerzee uit 1741, door Van der Aa genoemd een „deftig, luchtig en net kerkgebouw" (a), waar nog lang een middeleeuws bouwdeel aan vast zat, waarin school werd gehouden. In hetzelfde Elkerzec verdween de ruïne van het klooster Bethlehem en in Noordgouwe het laatste restant van het klooster Sion; ook in Haamstede gingen restanten van een klooster verloren, alsook het oude dorpshuis en een gasthuis. Het naast het Slot Haamstede gelegen slotje Filippenburg wordt verondersteld in de laat ste helft van de 18de eeuw te zijn gesloopt (b). In Burgh werd in 1890 het slot Craayenstein afgebro ken (d). Brouwershaven (a) heeft in het tweede kwart van de 19de eeuw enige opbloei gekend als voorhaven van Rotterdam. Hieraan had de plaats (die in het jaar 1829 werd verrijkt met een standbeeld van Jacob Cats) te danken, dat in 1820 het stadhuis „aanmer kelijk kon worden verbeterd" (verknoeid, zei De Stuers later) (d), dat de waag in 1819 werd ver nieuwd en de kerk kon worden hersteld toen in 1836 de Westmuur gedeeltelijk instortte. Deze drie mo numenten bleven dan ook tot op onze tijd behou den, zij het dat de kerktoren uit 1667, in de Franse tijd verlaagd voor de telegraaf zoals velen torens in ons land, in 1840 geheel werd geamoveerd (b). Ver loren gingen de vijf poorten, die in 1820 verkocht werden om de reparatie van het stadhuis mogelijk te maken (b), het grootste gedeelte van de wallen, als ook het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, annex Weeshuis, welke gestichten waren ondergebracht in een met een torentje versierd v.m. kloostergebouw. Zieriekzee (a) behield het meeste en het belang rijkste. Opgeruimd werden echter van de verdedi gingswerken de in 1809 afgebroken Beulstoren bij de Noordhavenpoort, de Schutters- of Hoofdpoort uit 1624, in 1817 verkocht en tot pakhuis ingericht (b), en, in 1843, de Zuidwelle- en Westpoorten (b). De wallen werden in 1829 „geplantsoeneerd". In 1805 werd van stadswege het torentje van het Be gijnhof opgeruimd (b) en omstreeks 1825 het Oude Manhuis in de Oude Manhuisstraat afgebroken, na dat reeds eerder in 1814 het (v.m. O.L. Vrouwe) Gasthuis voor afbraak was verkocht (b). Een slag van veel meer dan lokale betekenis was het afbranden van de St. Eievensmonsterkerk op 7 oktober 1832, waarbij ook de belangrijke inven taris verloren ging, waaronder een Batzorgel uit 1770 en kostbare grafmonumenten. Daarnaast vormt de demping in twee fasen, 1871 en 1891, van de Oude Haven het tweede grote verlies voor het stads beeld. In 1793 was de oude Mol of Spuisluis bij de Dam reeds afgebroken; later verloor het tegenover het Gravesteen gelegen Accijnshuisje zijn reden van bestaan. Het grootse verlies als direct gevolg van de havendemping was echter in 1871 de afbraak van de middeleeuwse Breede of Gasthuisbrug, die een zeld zame plaats innam onder de Nederlandse monumen ten. Aan de Noordzijde van de Oude Haven werd in 1868 het belangrijke huis De Grote Mossel afge broken, waar in 1540 Karei V heeft gelogeerd. Het jaar daarvoor was een ander huis met een belang wekkende gotische gevel geveld (b). Verliezen op de Bevelanden Op Noord-Beveland, waar de kerken van Kort- gene en Colijnsplaat al in de 18de eeuw grondig verbouwd werden, maakte in 1827 het uit 1660 en 1679 daterende kerkje van Wissekerke plaats voor een nieuw (b) en onderging dat van Kats in onze eeuw grondige wijziging. Deze zaken vallen echter in het niet bij de catastrofale verliezen die Zuid-Beve land heeft geleden (9). Hier verdween allereerst een belangrijk stuk geschiedenis van het toneel dooi de ondergang van tenminste tien belangrijke sloten en huizen (a). Tot de interessantste hiervan beho ren de ridderhofsteden Maelstede, Gistellis en Bruëlis bij Kapelle, waarvan de eerste en de laatste een ge daante hadden met een voorhof, en Gistellis een „oud Italiaansch gebouw was, geheel in de breedte uitgestrekt". Te Baarland werd het slot gesloopt in 1840, dat mooie interieurs bezat en gold als het best bewaarde landsheerlijke huis van het eiland. In Ellewoutsdijk takelde de kasteelruïne in de loop 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1969 | | pagina 38