delburgse Vijverberg" genoemd. Van de 18de eeuw-
se bouwwerken aan het Molenwater ging de z.g.
Sterretoren van de stadsarchitect Jan de Munck,
naast diens woonhuis opgericht, in 1775 weer verlo
ren (b). In 1807 werd met particuliere aandelen
naast de Koepoort van 1735 een Schouwburg ge
sticht: Castigat ridendo mores. Een algehele ka
rakterverandering onderging het stadsbeeld ter plaat
se echter door de demping van het Molenwater, het
Noordelijk deel in 1818, overige delen tot aan de
Herengracht in 1859 en 1864 (b). In 1865 werd de
plantsoenaanleg verrijkt met een vaste muziektent
voor zomerconcerten, die een functie vervulde in
het muziekleven van de stad, evenals de in 1839 in
een onderdeel van het Abdij-complex aan de Groen
markt ingerichte Concertzaal en de in 1859 in de
tuin van het Schuttershof gestichte „Muzyktempel".
In de buurt van het Molenwater werd in de periode
voor de eerste wereldoorlog het Begijnhof afgebro
ken in het kader van een sanering. In het raam van
de veelomvattende ingrepen in het stadsplan na 1940
werd de tegenover het Abdij-complex gelegen Boter
markt geamoveerd; hiermee verloor de stad een be
langwekkend gebouw, n.l. de in 1592 op de plaats
van het v.m. Minnebroedersklooster gestichte Koop
mansbeurs, die in 1769 de vorm had gekregen waar
in zij nog bestond toen ze werd afgebroken. De on
dergang van het 16de eeuwse Accijnshuis in 1879
en van de 17 de eeuwse Wisselbank in 1882 kwam
hiervoor reeds ter sprake.
Het ernstigste evenwel van alles wat gememoreerd
dient te worden, is het verlies van een tweetal mid
deleeuwse kerken. Allereerst de z.g. Vismarktkerk in
het Zusterstraatje, in 1593 Engelsche kerk geworden
en in 1650 in gebruik genomen door de Nederduitsch
Hervormde godsdienstoefening. Zij werd in 1809 af
gebroken. Vervolgens, en het allermeest te betreuren,
de sloop van de St. Pieterskerk aan het Hofplein,
ook genaamd Noord-Monster of Oude kerk. Het ge
bouw werd in 1809 door de Engelsen gerequireerd,
was sedertdien buiten gebruik en geraakte steeds
meer in verval; het werd op 12 december 1832 voor
19.300,voor afbraak verkocht en de amovering
vond plaats in 1834. Hiermee verloor de stad een
allerbelangrijkst kerkgebouw, dat van 1559-1575 als
kathedraal heeft gefungeerd, een naar verhouding
belangrijke beglazing bezat (23), vele grafmonumen
ten bevatte en waarin in 1793 aan de muren en
kolommen niet minder dan 405 wapenborden en
rouwkassen prijkten, alle verdwenen (d).
Wanneer wij de voorgaande lijst overzien blijkt
dat al deze verliezen samen, voor wat de bijzondere
monumenten betreft, groter zijn dan die, direct ver
oorzaakt door de ramp van 1940. Toen gingen de
Waalse kerk in de St. Pieterstraat, het complex van
het Oost-Indische Huis aan de Rotterdamse Kaai
en de Breestraat, als ook de stadhuisvleugel van
Coenraad Kayser definitief verloren, maar dank zij
de belangstelling die men voor oude gebouwen had
en de vooruitgang van de restauratietechniek konden
het Stadhuis en de Abdij worden herbouwd. Een
indirect gevolg van de oorlog was weer wel de ruï
nering van de in haar genre zeldzame Synagoge, in
1705 achter de Herenstraat inpandig gebouwd.
Zeer ernstig en volkomen onvervangbaar is de
ondergang in Middelburg van een rijkdom aan oude
woonhuizen (24). Ook hier gaat de periode tot aan
1940 allerminst vrijuit, al zijn de verliezen voor een
deel veroorzaakt door brand. Uit de oudere periode
zijn alleen de zeer belangrijke voorbeelden te achter
halen, zoals de afbraak in 1833 van het Huis Dom
burg aan de Markt, de brand van de huizen De
Gouden Burgt en Arnemuiden in 1857 in de Lange
Delft, en de afbraak van het Huis Hoogelande in
1865, eveneens in de Lange Delft. De ondergang
van het 16de eeuwse Huis Hardinck in 1883 is hier
voor reeds vermeld. Talrijk, maar ontraceerbaar, zul
len de verliezen geweest zijn aan belangrijke inte
rieuronderdelen, waarover wij slechts in een enkel
geval zijn ingelicht, zoals de verkoop van de unieke
voorzaal met Chinees lakwerk van het Huis van de
Perre in de Lange Noordstraat, toen dit in 1876
werd ingericht tot Rijkskweekschool. Helaas zijn wij
maar al te goed bekend met de verliezen aan woon
huizen in 1940. Daarbij waren er verscheidene van
middeleeuwse oorsprong, zoals het huis In Rosen-
burch in de Lange Delft. Zeker niet minder belang
wekkend zijn de rijke voorbeelden uit latere eeuwen
zoals de Steenrotse uit 1590, met zijn gebeeld
houwde gevel, rijk aan symbolen, omstreeks 1900
verscheidene malen in de courant te koop aange
boden, doch tevergeefs de Gouden Sonne uit
1635, de Globe uit 1661 met zijn rijke interieur
onderdelen evenals de beide hiervoorgenoemde
bezit van de Vereeniging Hendrick de Keyser (f)
en het 18de eeuwse gebouw van de Provinciale
Bibliotheek in de Lange Delft. Minstens zo zwaar
voor het stadsbeeld weegt echter naast het verlies
van deze algemeen bekende huizen dat van de vele
anonieme panden.
46