Afbeelding 8 Ruïne van het Huis te Ellewoutsdijk, getekend in 1783, collectie Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Het bij Smallegange afgebeelde stamslot van de oude heren van Ellewoutsdijk was al in de 16de en 17de eeuw tot een bouwval geworden. Aan het einde van de 18de eeuw telde Zeeland nog enkele tientallen ruïnes van mid deleeuwse kerken, kerktorens en kastelen. kruitmagazijn, kazernes, infirmeriegebouwen en wachthuizen. Fortificaties van specifieke aard uit een latere pe riode dan de hiervoor genoemde heeft Breskens ge kend; ze dateerden uit de Franse tijd en uit 1835, en ze zijn geslecht in 1870 (b)middeleeuwse ver sterkingen gingen op het platteland van Zeeuws- Vlaanderen niet verloren. Slechts werden in Osse- nisse de restanten opgeruimd van het Oude Hof ter Nisse (a) en werd aan het andere uiteinde in 1794 de oude burcht Gravestein in 1794 vernietigd (b). De voor de streek zo typerende categorie van krijgskundige objecten is echter niet de enige die zwaar getroffen is. Ook op het gebied van de kerke lijke bouwkunst ging er veel verloren (a, b en g). Het belangrijkste verlies was stellig dat van de St. Janskerk te Sluis, die in 1811 door brand werd ge teisterd; van deze kruisbasiliek wordt gezegd: „in geene kerk van Zeeland waren zoo veele praalgra ven"; in 1823 werden de laatste restanten ervan op geruimd. Enkele jaren daarvoor, in 1820, was de ruïne opgeruimd van de vieringtoren van de mid deleeuwse Mariakerk. Het kerkelijk weeshuis te Sluis werd in 1815 aan de stad verkocht en later gesloopt. Bijzonder te betreuren valt de sloop in 1807 van de omvangrijke O.L. Vrouwekerk te Zuiddorpe; bij het uitgraven van de fundering werden meer dan hon derd stenen grafkisten opgeruimd, waaronder vele „verwulfd en van binnen fraai beschilderd". Wij behoeven er niet aan te twijfelen, of hier ging een 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1969 | | pagina 47