(27) Vgl. het eerder genoemde reisverhaal van J. van Lennep. (28) Ontwerptekeningen van P. Huysers in Ge meentearchief Zierikzee. (29) J. A. Jolles, a.w. (30) Op de Markt te Middelburg bevond zich in het begin van de 19de eeuw een „arduinstenen kolom" (a). Evenzo voor het stadhuis te Vlis- singen vóór de brand van 1809 een stenen pilaar met daarop de vaas als Vlissings symbool. Het zal wel onmogelijk zijn ooit nog precies vast te stellen hoeveel fraaie leeuwenpijlers, hardste nen pompen en dergelijke attributen verloren zijn gegaan, zoals de 18de eeuwse tekeningen ons die in grote getale te zien geven. (31) Gepubliceerd in „Bouwkundige Bydragen" 1862. (32) Aldus genoemd op de medaille ter eere van de ontwerper Dirk Dronkers, uitgereikt bij de opening van de sectie Goes-Bergen op Zoom, 1 juli 1868. (Catal. Oudheidk. Middelburg 1870). (33) Het begin van Domburg als badplaats dateert echter al van de zeebadinrichting uit 1834 en reeds in 1837 verrees een „smaakvol badpavil joen" (a). Vlissingen begon zijn carrière als badplaats met een Badhuis. Het latere Bad hotel werd in een volgend stadium omgedoopt tot Grand Hotel Britannia; het had een Kur- zaal. In Domburg heeft de arcitect Van Nieu- kerken ontwerpen geleverd voor een villa (1888) en voor een Badhuis-Kurhaus (1890). (34) Te Middelburg aan de Penninghoeksingel door een „Bouw en Verhuurmaatschappij", 1878. (35) Men leze b.v. de beschrijving van de situatie waarin de Abdijgebouwen te Middelburg ver keerden omstreeks 1874 in de Mededelingen van de Rijksadviseurs, le deel, 2e aflevering. (36) Kunstreisboek voor Nederland, samengesteld in opdracht van de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving en uitgeg. door Van Kampen Zoon, Amsterdam, 6e dr., 1969. (37) Omstreeks 1960 is door schrijver dezes een inventarisatie gemaakt van gedateerde kroon lijsten in Middelburg, met als resultaat om streeks 75 exemplaren, variërend 1712-1789. Hoe veel groter moet dit aantal een halve eeuw geleden zijn geweest! (38) Hiervoor reeds ter sprake gekomen. (39) In haar boek „Het kasteel Westhoven in Zee land", Haarlem, 1882, spreekt zij, als Veere te berde komt, over „een reeks van ledig- staande en vervallen huizen, waar doodschheid en verlatenheid heerscht op de straten, als in eene woestijn", en over „het treurigst verval (p. 196). Haar verblijf op Walcheren vond plaats in 1877. Men leze haar inleiding op de „Guldenseditie" van „Het Kasteel Westhove", Den Haag, 1887, waarin zij zeer behartigens waardige opmerkingen maakt over het gebrek aan zorg voor de monumenten. (40) C. de Koster, „Schetsen uit Zeeland" in De Aarde en haar volken, 1875. (41) Zie het artikel van mej. A. Wagner: Kunste naars te Veere" in Mededelingen Gemeente museum Den Haag, 10e jrg. 1956, no. 2, dat overigens voor aanvullingen vatbaar is. fvr. meded. Dr. P. K. van Daalen) Men zou wen sen dat het onderwerp in breder verband uit puttend zou worden behandeld, niet alleen voor Veere, maar ook voor Domburg, Middelburg, Vlissingen en Zoutelande! In ons verband ver dient als curiosum vermelding dat Jan Toorop het R.K. kerkje te Veere ontwierp, dat zich bevindt op de hoek van de kade en de Markt. (42) Ir. H. A. Q. Verhees, hoofd Deltadienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, in een rapport getiteld: De ontsluiting van het centrale Deltagebied voor de Recreatie, geci teerd uit „Het Vaderland" van 8 mei 1969. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1969 | | pagina 69