in het Rijksarchief te Middelburg en andere archieven in en buiten de provin
cie onderzocht. In die gevallen, waarin de archieven helaas incompleet zijn
kon de beschrijving van de veren niet volledig zijn. Zo zijn slechts van enkele
ambachtsheren archivalia uit de Middeleeuwen bewaard gebleven, bijvoor
beeld van leden van het geslacht Van Borssele, o.m. van Frank van Borssele,
heer van St. Maartensdijk, laatste echtgenoot van Jacoba van Beieren, en
van de heren van Veere uit dat geslacht, en van bastaardtakken van Bour-
gondië, afstammelingen van Philips de Goede, die zijn volle nicht Jacoba
in 1433 dwong afstand te doen van de graafschappen Holland en Zeeland.
Van familieleden van de graaf als heer Jan van Beaumont (overleden 1356),
broer van graaf Willem lil, zijn archiefstukken bewaard, welke een indruk
geven van het gebruik van enige veren in de veertiende eeuw Welzinge op
Walcheren; op het eiland Borssele; in Zuid-Beveland beoosten Yerseke; het
veer van het ambacht Broek (veer van Yersekeroord); Noord-Beveland: het
.j veer van (Oud)Campen later Kamperland een veer van Dreischor naar
Duiveland en één naar Zierikzee, alsmede van Schakerloo naar Reimerswaal
en van de stad Tholen naar Halsteren, later de Boudewijnspolder (thans Au-
vergnepolder) in Brabant.
De heerlijkheden zijn in de loop der tijden niet zelden in andere families
overgegaan. Hierbij zijn ongetwijfeld archiefstukken verloren gegaan, welke
een inzicht hadden kunnen verschaffen in de rechtsgeschiedenis der veren.
In tegenstelling tot de grote lacunes vóór 1500 meen ik dat het beeld van
de veren na dat jaar nagenoeg compleet is. Wel dient daarbij te worden op
gemerkt dat in het algemeen niet meer werd gevonden dan de instelling (ak
te van belening) en dat de uitoefening van de veren is bezien op grond var,
bewaarde rekeningen van ambachtsheren of van de graaf van Holland en
Zeeland later de grafelijkheid van Zeeland uitgeoefend door de Staten
van het gewest of van steden, en eventuele andere bescheiden.
Behalve van openbare archieven werd vooral voor de laatste eeuwen gebruik
gemaakt van archieven van ambachtsheerlijkheden, berustende bij de eige
naren of hun rentmeesters, waartoe deze steeds welwillend toegang hebben
verleend. Werd over de veren in onze provincie nog weinig gepubliceerd,
zeker is het de eerste maal dat uit genoemde particuliere bronnen iets over
de veren kon worden medegedeeld. Daar die archieven veelal slechts frag
mentarisch zijn bewaard als gevolg van vele wisselingen van de plaats
van administratie mogen wij dankbaar zijn dat de archieven van een tiental
heerlijkheden berusten in het Rijksarchief in Zeeland.
II. HET VEERRECHT IN ZEELAND
Al vermeldt de leenakte geen of andere gevolgen dan veren, men moet voor
Zeeland aannemen, dat het recht van veer als gevolg is verbonden aan de
ambachtsheerlijkheid, tenzij het tegendeel blijkt. Mijn onderzoek heeft daar
van voorbeelden verschaft. Dit wordt bevestigd bij de aanvulling van de keur
van Zeeland uit 1495, vastgesteld door de graaf, de latere Keizer Karei V,
in 1515. Daarbij werd bepaald welke gevolgen aan alle ambachten waren
verbonden, waaronder de voren.
De graaf verstond in de Middeleeuwen sedert 1340 onder de veren niet al-