copie ervan was ongetwijfeld al in Radermacher's handen en hij was wel één
der eersten geweest, die ze "belang ziet nemen" 35) in haar komst op "Altijd
Wel", van waar haar brief van 22 juni gedateerd is. 3Ó)
Op dit hoogtepunt van hun vriendschap laat de berichtgeving ons plotseling
in de steek. Wat wel voornamelijk verband houdt met de dood van mr. Noord-
kerk (nov. 1771) aan wie Betje steeds zo trouw verslag placht te doen van
haar betrekkingen tot deze zeeuwse vriend.
Ter afronding nog een paar momentopnamen van R. uit andere bronnen. Te
beginnen met een hooggestemde brief door hem geschreven naar aanleiding
van zijn tweede huwelijk met mevrouw de weduwe Bouwens -de Kokelaar,
die van geboorte een middelburgse was. Het vond plaats op 25 augustus
1782, 37) "Ik weduwenaar geworden" aldus R., "den 12 February 1780 en
Haar Edele weduwe den 26 April 1781 "De wonderlijke schikking der
Goddelijke voorzienigheid in allen dezen is allerbijzonderst geweest en kan
mijn leven lang mijn Schepper niet genoeg danken, dat mijn en ons groot
verlies in allen deelen zoo volmaakt hersteld is in haar Wel Edele Persoon".
Hij roemt "de bevalligheden van haar gelaat" en laat het daar niet bij "hoe
wel den 13 February 1782 de jaaren bereikt hebbende van 48 (kan) Haar
Ed. echter onder de bekoorlijkste der vrouwen gereekend worden; en be-
gaaft met verstand,juist oordeel, eer, deugd en zeer gedistingeerde vermo
gens, zoodat ons geluk ter toppunt der aardsche genoegens is gereezen".
Commentaar overbodig.
We tekenden al een en ander aan over R's werkzaamheid in verband met het
Zeeuwsch Genootschap, toen in Vlissingen gevestigd. Sinds, in 1780, onder
voorzitterschap van mr. J. A. van de Perre in Middelburg het "Departement
der Physica", alias Natuurkundig Gezelschap 38) was opgericht, vond Rader-
macher in deze kring meer dan ooit gelegenheid zich in zijn geliefde natuur
wetenschappen te verdiepen. Niet slechts door lezingen, ook door "Oefe
ningen" werd hier de kennis dezer wetenschappen bevorderd. Leendert
Bomme, directeur der "Commercie-Compagnie" en wat hier meer ter
zake is een zeer verdienstelijke amateur-bioloog, 39) was behalve secre
taris ook "docerend lid" van Physica. Er heeft zeker een nauwe band tussen
hem en R. bestaan. Het is typisch Bomme menigmaal op zijn buiten Burgvliet
onder Oostkapelle de vijvers te zien gebruiken voor zijn biologische waar
nemingen, zoals ook Radermacher dit soms deed.
Een opmerkelijke ontwikkeling komt uit de kring van Physica voortin 1785
wordt het Natuurkundig Gezelschap der Dames (lees echtgenoten der he
ren-leden) opgericht, waarvan mevrouw van de Perre de eerste presidente
was. Het is zeker niet gewaagd te veronderstellen, dat Radermacher's twee
de vrouw tot de ijverige leden van dit dames-physica heeft behoord en dat zij
ook in dit opzicht de "zeer gedistingeerde vermogens" heeft getoond, door
haar man zo hoog gewaardeerd.
Na van de Perre (hij stierf in 1790) werd Radermacher voorzitter. In die
kwaliteit werd hem door de middelburgse professor theologiae Johannes
Krom een werk opgedragen, geschreven ten bewijze dat "de Natuur- en
Sterrekunde niet strijdig is met de Goddelijke Openbaringen"(Middelburg
1793). 40) Radermacher toont zich, ook persoonlijk, voor deze opdracht zeer
erkentelijk en voegt, bij zijn dankbetuiging "tot een Present-gedachtenis een