Mina toch nog getrouwd en in Frankrijk gaan wonen, maar toen leefde Elize
al niet meer. Mina Krusernan is bijna drieëntachtig geworden. Het jonge
vriendinnetje heeft ze nooit vergeten. „Van Elize Baart hield ik veel", heeft
ze nog op het laatst van haar leven in een interview gezegd 35).
Naast het ontslag in Breda deed zich in het eerste jaar van Kortewegs ver
loving nog een tweede incident voor, t.w. een persdelict, waarvoor hij te
recht moest staan. In de Amstelbode had hij van Jacob de Haas, redacteur
van de Delfhavensche courant en medewerker van de Tolk van den Vooruit
gang geschreven, dat hij geen eerlijk man meer was. Deze bewering, waar
over men in onze tijd zijn schouders zou ophalen, werd destijds hoger opge
nomen en was voor De Haas aanleiding om een klacht in te dienen. Omdat
het geïncrimineerde artikel in Middelburg werd geschreven kwam de zaak
daar voor de arrondissementsrechtbank, die hem op 15 december 1876 ver
oordeelde tot een geldboete. Korteweg verdedigde zich zelf, ging in hoger
beroep, werd door het Gerechtshof in Den Haag vrijgesproken, maar trok
tenslotte toch aan het kortste eind toen de Hoge Raad het Middelburgse
vonnis bevestigde bij arrest van 4 juni 1877 36).
Korteweg, ambteloos geworden, had nu al zijn tijd beschikbaar om aan de
Tolk van den Vooruitgang mee te werken, waarvan hij in 1878 de redactie
heeft overgenomen. Na zijn dood is het tijdschrift gestaakt. Het bevatte
allerlei bijdragen van hemzelf en anderen, en één literaire schets, Twee ver
woeste levens ("3de bundei, 1878) van Elize. Als afzonderlijke bijdrage ver
schenen de door hem uit het Frans (vrij) vertaalde Gedenkschriften van een
industrieel van het jaar 2240 (Rotterdam, 1877).
Twee verwoeste levens is het meest larmoyante verhaal dat Elize heeft ge
schreven. Het beschrijft het sterfbed van Lucien, graaf de Lomonde, die
na twintig jaar te hebben omgezworven naar zijn zomerpaleis teruggekeerd
is om er te sterven. Onder een hevige donderslag komt opeens een in 't
zwart gehulde vrouwengestalte binnen het meisje van wier kind hij de va
der is en dat hij na zijn huwelijk met een jonge markiezin heeft laten op
sluiten in een krankzinnigengesticht. Het is onbegrijpelijk dat Korteweg dit
drakerige verhaal in zijn serieuze tijdschrift heeft opgenomen, tenzij men be
denkt dat liefde blind maakt.
Voor zover mij bekend is Elize nog maar één keer in het openbaar als lec-
trice opgetreden, nl. toen ze op zondag 9 december 1877 in de concertzaal
van de Nederlandse schouwburg te Antwerpen haar novelle Mathilde van
Molenbeek voordroeg, het al evenzeer larmoyante verhaal van een rijke jonge
vrouw die zich na een ongelukkige liefde aan de verpleging van krankzinnigen
wijdt, maar door te grote inspanning voortijdig sterft. Deze novelle is in druk
verschenen als deeltje van de Volksvoordrachten van het Willems-fonds van
1877-1878 37). In 1878 verschenen bij een Rotterdamse uitgever nog Drie
novellen van haar, waarvan me geen exemplaar onder ogen is gekomen 38).
maar wel een vrij uitvoerige bespreking van H. C. Berckenhoff in de Neder-
landsche Spectator, clie niet overloopt van waardering 39).
Uit het summiere overzicht dat de recensent ervan geeft herkennen we in het
eerste verhaal Twee verwoeste levens. In de tweede novelle heeft een jonge
vrouw de speelgenoot van haar jeugd opgeofferd aan de rijke, maar afgeleef
de markies de Tréville. Wanneer ze met haar man een voorstelling bijwoont in