(argentum vivum), lost vele andere metalen op; lood drijft erop, goud zinkt er in. Speeksel gemengd met wat gevijlde inktvisschelp ontneemt het kwik zilver de beweeglijkheid. Bij de medische toepassing kent hij de over dosering door de smeerkuur bij lues een gouden ring in de mond trekt dan het kwik aan. Ook waarschuwt hij tegen het geven van kwik ter be vordering van een zachte geboorte, en als wormmiddel bij kinderen in de vorm van mercurius sublimatus en als m. praecipitatus, dat door op de markten rondreizende chirurgijns wordt aanbevolen. In tegenstelling hiermee stelt hij, als door het experiment bewezen, dat rozijnen eten kin deren van spoelwormen bevrijdt, mits zij deze alléén gebruiken (Lib. I, Cap. 21). GEOLOGIE Naast medische, chemische en biologische beschouwingen wijdt hij aan dacht aan verschillende hoedanigheden van de grond. Hij noemt enige tien tallen grondsoorten en eigenschappen van de bodem (Lib. I, Cap. 18), waar bij hij nog afzonderlijk vermeldt darry, leem, cley, turf en ook steenkool, gedolven in Gallia Belgica56, hetgeen niets anders is dan verhard en ver steend veen (bituminis indurati natura) (Lib. I, Cap. 17). In Zeeland heeft een afzonderlijk karakter de regio arenosa, de zandstreek bij de zee met de montes Ammonii, vulgo duynen. Hiervan beschrijft hij de plantengroei, beïnvloed door de zandgrond en de koude zeelucht (Lib. I, Cap. 17). Daar komen ook een grote hoeveelheid konijnen voor, waarmee, met de hazen, geheel Brabant van de herfst tot in het voorjaar zich voedt. Deze wilde konijnen zijn veel gezonder en smakelijker dan de dieren die door zekere chirurgijns met aderbloed worden vetgemest (Lib. IV, Cap. 1)63. Behalve aan de stenen uit dierenlichamen, die ik noemde schrijft hij ook aan edelstenen een bepaalde invloed toe. Amethist, sma ragd, agaat, ook barnsteen of amber hebben, evenals koralen en paarlen, en de bij epilepsie genoemde pharmaca, een heilzame invloed op gestoor de geestestoestand. PHARMACA Lemnius vermeldt zowel klassieke als traditionele geneesmiddelen, van welke ik er reeds enkele noemde bij epilepsie en pest. Zijn hoofdaandacht richt zich echter op de inheemse gewassen, waarvan hij een respectabele opsomming geeft (Lib. I, Cap. 17 en 18, Lib. II, Cap. 52, Lib. Ill, Cap. 9, Lib. IV, Cap. 9, 10 en 26). Van de bewerkingen haalde ik enkele aan. Merk waardig is, dat hij naast zijn waarschuwing jegens het kwikgebruik bij lues getrouw aan de opvattingen van zijn tijd zegt, dat bij deze ziekte verzach tend werkt het decoctum ligni Indici (guajaci, s. Pockhout). Over opium zegt hij Artsen in Italië verzoeken aan de rechters om de misdadigers die veroordeeld worden, opium te geven, het sap van Papaver somniferum, twee of drie drachmen in zeer zuivere wijn, om deze mensen zo te doden en de lichamen in betere conditie te houden voor de anatomische ontle-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1971 | | pagina 65