pijpen en sommige nog meerder na dat de qualiteit van de registers medebrengt, moetende de andere dan zeer net op de lade geschoven worden, alle welke nieuwe pijpen moeten zijn van goed metaal, en gebracht op een toon dat die met het oude pijpwerk zeer wel accor deren en overeenstemmen, dog de pijpen voor int gesigte zal een stuk zeer net worden aangemaakt om op choortoon te brengen en alle de pijpen opnieuw te verfoelien en vergulden int gesigte. 6. Zullen ook alle secreten, windtbuijsen registers en diergelijcke nauw keurig worden nagesien of die wel sluijten, en geen bijspraken ge- hoort word of windt vervliegd buijten de pijpen, en zo iets mankeert hetzelve geheel te herstellen alsmede te maken dat de trammeland zeer dous slaat voor de vox humana, nieuwe haakjes en oogjes aan het boven clawier, en het voet pedaal in een betere ordere te bren gen als het ooijt geweest is, dat het zeer net en prompt aanspreekt als het getreden word, alsmede nieuwe plaatjes met de namen der registers van het orgel, en verder alles te suijveren van stof en vuij- licheijt of andere kleinigheden schoon hier niet uitgedrukt. 7. Wanneer dit voorenstaande alles verricht is sal het orgel wederom tot een suijvere harmonije gebragt en gesteld worden, in suijverheijt der octaven, tertsen, swevinge der quinten en wat dies meer is tot genoegen van die gene die haar Edel Agtbare zullen geheven aan te stellen, als het werk voltooijt is om te examineren en op te nemen of het bestek in allen dele is volbracht. 8. Eijndelijk zal de aannemer van het werk, alle de materialen tot het- selve behoorende moeten bekostigen en leveren in het orgel uijtge- zondert zoo hij iets van de timmerman of smidt benoodigt is terwijl hij hier besig is met het maken van het werk, dat zal hem door de stad worden geleverd, alsmede vuijr en ligt, en de gewone orgel trapper tot zijn dienst, sullende de aannemer mede gegeven werden alle de tongwerken of datgene dat moet vermaakt worden om van de winter beneffens alle het nieuwe pijpwerk in voorraat klaar gemaakt te worden ten eijnde in het voorjaar 1739 alles trouw en eerlijk te volbrengen volgens het bestek en is op al het gene voorsegd staat aannemer geworden monsieur Francois Moreau voor een somme van twee hondert ponden vlaams eens met de nadere bepalinge dat hij niet alleen aan het voorsegde bestek sal moeten voldoen naa be lmoren, maar daarenboven zal de aannemer te zijnen coste moeten opnieuw verzilveren alle de pijpen van voorn die nu verzilverd zijn zonder daar voor iets te genieten aldus geacordeert binnen de stad Goes den 31 july 1738. Francois Moreau 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 107