KONING ERIK
Voor Nederlandse lezers is de levensloop van koning Erik xiv goed
weergegeven in de indertijd veel gelezen en mijns inziens nóg zeer
boeiende roman Vorstengunst123. Hierin wordt naast de hoofdpersoon,
's konings gunsteling Göran Persson, koning Erik ten voeten uit gete
kend. Het boek geeft de sfeer aan het Zweedse hof in die tijd goed
weer. Ook de ontwikkeling van het koningsdrama wordt goed verteld,
waarvan Willem Lemnius, zonder in het boek te worden genoemd, een
nabije getuige was. Het is daarom de moeite waard er hier nog iets
over te zeggen. Koning Erik was in zijn goede dagen zonder twijfel een
begaafde persoonlijkheid. Door zijn vader, de soldatenkoning Gustaf
Wasa die Zweden bevrijdde, daartoe in staat gesteld hoewel hij toen
reeds door zijn bijzondere psychische instelling met zijn vader en zijn
halfbroer Johan in conflict kwam had hij een in die tijd zeer goede
en moderne opleiding genoten. Hij was daardoor b.v. in staat klassieke
letteren te lezen. Door zijn belangstelling voor de klassieke beschaving,
door de ijver en bekwaamheid waarmede hij tal van vernieuwingen
trachtte door te voeren, door zijn stimulering van letteren en beeldende
kunsten en door de weelde en prachtlievendheid van zijn hof was hij
met recht een typische renaissance-koning. Hij musiceerde en compo
neerde, en zong zelf ook goed. Velen konden dit op mooie zomer
avonden horen, als hij met zijn geliefde Karin Mansdr. op het Malar-
meer vertoefde.
HOFLEVEN
Aan het hof werd goede muziekbeoefening bevorderd. De hofkapel
stond in hoge ere. Zij was samengesteld uit 22 instrumentalisten, 6 Ita
liaanse violisten en een aantal bekwame luitspelers. Voorts waren er
drie koninklijke zangers, waaronder de Nederlander Johan Baston.
Naast de musiceeravonden en feestelijkheden waren er ook meer in
tieme avondbijeenkomsten met wijn, muziek en scherts. Geregelde
deelnemers waren dr. Bengt Olai, Göran Persson, Charles de Mornay,
Dionysius Berreus en de hofnar Herkules. De veldoverste De Momay,
toen ongeveer 50 jaar oud, was een man met Franse vlotheid en be
schaving, die zijn koning tot in de dood getrouw bleef121. De 7 a 8 jaar
oudere Berreus, die eerder hofarts, gezant in Londen en leraar in de
koninklijke familie was geweest, en daarna opklom tot rijksraad, was
bekend om zijn grote geleerdheid, maar ook door zijn karaktergebre
ken, waardoor hij niet de algemene achting genoot. Af en toe was ook
Karin Mansdochter in de kring, en soms vereerde de koning zelf de
134