Diener, verbonden aan het Duitse Historische Instituut te Rome, was zo vriende
lijk gegevens uit het pontificaat van paus Eugenius IV (14311447) ter beschik
king te stellen.
4. H. J. Kok, Zur Patrozinienforschung in den Niederlanden, in: Miscellanea
mecliaevalia in memoriam Jan Frederik Niermeyer. Groningen, 1967, p. 412
e.v.
5. J. Adriaanse L. M. van Werveke, Verzameling van akten der schepenen
van Hulst (12261499), Jaarboek De Vier Ambachten, jg. 1938, no. 9, p. 43.
Muller, o.c., p. 123, noemt ook de H. Maagd Maria de beschermheilige van deze
kerk en hij verwijst daarbij naar een pauselijke breve van 12 november 1352.
Vgl. G. Brom, Bullarium Trajectense, dl. 2. 's-Gravenhage, 1896, no. 1445, p. 48.
In geen enkele acte treft men echter dit patrocinium voor de kerk van Hulst aan.
Daar het patronaatsrecht van de kerk sedert 1258 aan het kapittel van de O.L.
Vrouwenkerk te Kortrijk behoorde en daar de breve van '1352 betrekking had op
een kanunnik uit de voornoemde kerk, is het zeer waarschijnlijk, dat men in de
pauselijke kanselarij bij vergissing het O.L. Vrouwenpatrocinium aan de kerk
van Hulst heeft toegekend. Vgl. H. J. Kok, De patrocinia van St. Willibrord in
het Middeleeuwse bisdom Utrecht, Archief voor de geschiedenis van de Katho
lieke Kerk in Nederland, dl. 1, 1959, p. 274.
6. P. M. Grijpink, Register op de parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars,
zooals die voorkomen in de middel eeuw sche rekeningen van den officiaal des
aartsdiakens van. den Utrechtschen Dom, dl. 1. Amsterdam, 1914, p. 24.
7. F. van de Putte, Cronica et cartularium monasterii de Dunis. Brugge, 1864,
no. 681, p. 791.
8. P. M. Grijpink, o.c., p. 21.
9. A. J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, dl. 5. Go-
rinchem, 1844, p. 441. Een vermelding van het patrocinium in een middeleeuwse
bron is nog niet aan het licht gekomen.
10. A. J. van der Aa, o.c., dl. 9, Gorinchem 1847, p. 101. In de tot nu toe be
kende bronnen wordt het patrocinium niet genoemd.
11. P. M. Grijpink, o.c., p. 29.
12. H. Q. Janssen e.a., Oorkonden betrekkelijk de stichting der parochiekerk van
Triniteit bij Neuzen, Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis inzonderheid
van Zeeuwsch-Vlaanderen, dl. 2, 1857, p. 76.
13. G. Brom, Bullarium Trajectense, dl. 2. 's-Gravenhage, 1896, no. 1541, p. 73.
14. L. A. Warnkönig, Flandrische Staats- und Rechtsgeschichte, dl. 2, pars 2.
Tübingen, 1837, p. 176.
15. S. Muller Fzn., Regesten van het archief der bisschoppen van Utrecht (722
1528), dl. 1. Utrecht, 1917, no. 1305. Muller, o.c., p. 136, noemt dit patrocinium
niet.
16. Registrum Supplicationum, Vol. 840, fol. 219 vso., Vaticaans archief te
Rome. Bijlage 1.
17. Registrum Supplicationum, Vol. 737, fol. 4545 vso., Vaticaans archief te
Rome. Bijlage 2.
18. A. van Lokeren, Chartes et documents de l'abbaye de Saint Pierre au mont
Blandin d Gand depuis sa fondation jusqu'a sa suppression, dl. 1. Gent, 1868,
no. 265, p. 155.
19. F. de PotterJ. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-V laanderen, 2e reeks, dl. 1. Gent, 18701872, Ertvelde, p. 28. Muller, o.c.,
p. 139, noemt dit patrocinium niet.
20. Registrum Supplicationum, Vol. 840, fol. 219 vso., Vaticaans archief te
Rome. Bijlage 1. Muller, o.c., p. 139, noemt dit patrocinium niet.
21. A. van Lokeren, o.c., dl. 2, Gent 1871, no. 2120, p. 562. Omstreeks 1353
158