72. Registrum Lateranense, Vol. 38, fol. 273 vso. 274, Vaticaans archief te Rome. Bijlage 36. Vgl. G. Brom, Archivalia in Italië, dl. 1, le stuk, 's-Graven- hage, 1908, no. 38, p. 24; Repertorium Germanicum, dl. 2. Berlijn, 1933, col. 779. Het St. Maartenspatrocinium wordt ook vermeld in een oorkonde van 6 april 1510. Vgl. J. H. van Dale, De heerlijkheid Breskens, Bijdragen tot de oud heidkunde en geschiedenis inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen, dl. 2, 1857, p. 137. 73. Registrum Supplicationum, Vol. 471, fol. 181 vso. 182, Vaticaans archief te Rome. Bijlage 37. Hetzelfde patrocinium treft men ook aan in een suppliek van 19 october 1454. Vgl. Registrum Supplicationem, Vol. 475. fol. 80, Vati caans archief te Rome. Bijlage 38. 74. H. F. van Heussen, Historia episcopaiuum foederati Belgii, historia sive notitia episcopatus Middelburgensis. Antwerpen, 1755, p. 33. 75. B. J. van der Meij, De burgerlijke en kerkelijke geschiedenis van Ritthem, Welzinge en Nieuwerve. Middelburg, 1929, p. 67, noemt O.L. Vrouw de be schermheilige van de kerk, maar zonder bronvermelding. Wel bevond zich in de kerk een altaar, dat onder de bescherming van O.L. Vrouw stond. Vgl. P. M. Grijpink, o.c., p. 91. 76. Registrum Supplicationum, Vol. 456, fol. 31 vso., Vaticaans archief te Rome. Bijlage 39. Muller, o.c., p. 169, noemt het patrocinium van O.L. Vrouw, maar twijfelt er wel aan. 77. Registrum Supplicationum, Vol. 344, fol. 189 vso., Vaticaans archief te Rome. Bijlage 40. Muller, o.c., p. 169, noemt dit patrocinium niet. 78. W. S. Unger, Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheer lijken tijd, dl. 1. 's-Gravenhage, 1923, no. 377, p. 345. Dit patrocinium wordt ook op 20 juni 1553 vermeld. Vgl. K. Heeringa, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378 1573, dl. 2, Rekeningen over het geestelijk gezag van den bis schop. Utrecht, 1932, p. 215. Op een kaart uit 1593, die een copie van een kaart uit het jaar 1570 is, vindt men bij de afgebeelde kerk van Vlissingen "Ons lieve Vrouw kerke" geschreven. Vgl. kaart no. 3492, ARA. 's-Gravenhage. 79. Tituli ordinandorum exhibiti, fol. 127, Archief van de bisschoppen, no. 535, RA. Utrecht. Bijlage 41. Muller, o.c., p. 170, noemt noch het O.L. Vrouwen- noch het St. Nicolaaspatrocinium, maar wel dat van St. Jacobus. Bij het plaatsen van een haan op de toren van de kerk in 1634 wordt voor het eerst de naam St. Jacobskerk gebruikt. Vgl. H. P. Winkelman, Geschiedkundige plaatsbeschrij ving van Vlissingen. Vlissingen, 1873, p. 56. 80. G. Mollat, Jean XXII (1316 1334), Lettres communes analysées d'après les registres d'Avignon et du Vatican, dl. 10. Parijs, 1930, no. 51694, p. 70. In een handschrift uit de abdij van Echternach, geschreven aan het einde van de 11e of het begin van de 12e eeuw, komt een lijst met grondbezittingen voor, die de abdij op Walcheren bezat. Onder het hoofd "officio Westmunstre" wordt een schenking van grond vermeld, die een zekere Doedijn, zoon van Redelaf, aan St. Willibrord en St. Maarten deed. Mogelijk wordt hier met St. Maarten de be schermheilige van de Westmonsterkerk bedoeld. Vgl. R. Fruin, Grondbezittingen der abdij van Echternach op Walcheren, Bijdragen voor vaderlandsche geschie denis en oudheidkunde, 3e reeks, dl. 6, 1892, p. 295. 81. G. Brom, Bullarium Trajectense, dl. 2. 's-Gravenhage, 1896, p. 295. Sedert september 1266 diende de kloosterkerk ook als parochiekerk. Vgl. S. Muller Fzn. e.a., Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301, no. 1700. 82. C. de Waard, De archieven berustende onder het bestuur der godshuizen te Middelburg. Middelburg, 1907, regest no. 235. 83. Oud Arnemuiden, dat ten zuiden van de monding der Arne gelegen was, bezat een parochiekerk, die omstreeks 1440 te niet ging. Haar functie werd door 162

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 176