Rome. Bijlage 49. Vgl. Repertorium Germanicumdl. 4, pars 1. Berlijn, 1958, col. 365. Muller, o.c., p. 190, noemt dit patrocinium niet. 112. W. S. Unger, Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den lands heerlijken tijd, dl. 1. 's-Gravenhage, 1923, no. 668, p. 634. Op 10 juni 1545 sloot de regering van de stad Middelburg met de inwoners van Arnemuiden een overeenkomst, waarbij men behoudens goedkeuring door de bisschop van Utrecht bepaalde, dat de kerk te Nieuwerkerk niet langer parochiekerk zou zijn, maar dat haar functies zouden overgaan op de kapel te Arnemuiden. Op 8 augustus 1545 volgde de bisschoppelijke goedkeuring. 113. W. S. Unger, o.c., dl. 1, 's-Gravenhage 1923, no. 668, p. 635. 114. Registrum Lateranense, Vol. 89, fol. 127, Vaticaans archief te Rome. Bij lage 50. Vgl. Repertorium Germanicum, dl. 2. Berlijn, 1933, col. 858. 115. Oude register van allerhande vonnissen 1437 1470, Cas L, fol. 44 vso., Inventaris leen- en registerkamer van Holland, no. 71, ARA. 's-Gravenhage. Bijlage 51. 116. P. M. Grijpink, o.c., p. 33. 117. Registrum Supplicationum, Vol. 856, fol. 105, Vaticaans archief te Rome. Bijlage 52. Muller, o.c., p. 195, noemt dit patrocinium niet. 118. Registrum Supplicationum, Vol. 804, fol. 88 vso., Vaticaans archief te Rome. Bijlage 53. Vgl. R. Fruin, Het archief der O.L.V.abdij te Middelburg. 's-Graven hage, 1901, regest no. 915. 119. Registrum Supplicationum, Vol. 253, fol. 292 292 vso., Vaticaans archief te Rome. Bijlage 54. Vgl. Repertorium Germanicum, dl. 4, pars 1. Berlijn, 1943, col. 1490. Muller, o.c., p. 197, noemt dit patrocinium niet. Of de plaats Offliet identiek is met Ghrutersdyc, is een gissing. Deze plaats lag dicht in de buurt van de Grutersdijc, die in 1326 vermeld wordt. 120. Registrum Supplicationum, Vol. 417, fol. 100 vso., Vaticaans archief te Rome. Bijlage 55. Muller, o.c., p. 201, noemt dit patrocinium niet. 121. Protocol van Johannes Beyer als notaris van de vicaris van de bisschop, dl. 1, fol. 288 vso., Archief van de bisschoppen, no. 538, RA. Utrecht. Bijlage 56. Muller, o.c., p. 201, noemt dit patrocinium niet. 122. Archief van het kapittel ten dom, no. 202, RA. Utrecht. Bijlage 57. 123. Registrum Supplicationum, Vol. 291, fol. 66, Vaticaans archief te Rome. Bijlage 58. 124. P. M. Grijpink, o.c., p. 4. 125. Protocol van Johannes Beyer als notaris van de vicaris van de bisschop, dl. 2. fol. 166, Archief van de bisschoppen, no. 538, RA. Utrecht. Bijlage 59. Muller, o.c., p. 207, noemt ten onrechte St. Willibrord de beschermheilige van het godshuis. 126. P. M. Grijpink, o.c., p. 61. 127. P. M. Grijpink, o.c., p. 76. 128. Muller, o.c., p. 208, noemt St. Jacobus de beschermheilige van de kerk zonder bronvermelding. 129. Registrum Supplicationum, Vol. 835, fol. 293, Vaticaans archief te Rome. Bijlage 60. Het patrocinium wordt ook vermeld op 18 October 1487. Vgl. P. M. Grijpink, o.c., p. 103. 130. P. M. Grijpink, o.c., p. 17. 131. Registrum Supplicationum, Vol. 321, fol. 260 vso., Vaticaans archief te Rome. Bijlage 61. 132. Registrum Supplicationum, Vol. 363, fol. 30 vso. 31, Vaticaans archief te Rome. Bijlage 62. In een acte van 10 mei 1531 wordt alleen St. Willibrord de beschermheilige van de kerk genoemd. Vgl. Protocol van Johannes Beyer als notaris van de vicaris van de bisschop, dl. 1, fol. 22 vso., Archief van de bis- 164

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 178