Zwaan, G. van Rijnberk, A. J. P. van den Broek, C. L. van der Bilt, H. A. Kramers, M. Minnaert, W. J. de Haas, e.a. Er waren slechts enkele sprekers uit België bij: P. van Oye, F. Daels, A. Raignier. De voornaamste nieuwe vindingen werden in de voordrachten behan deld: Röntgenstralen (1896), nieuwe chemische elementen (1900), radioactieve stoffen (1902), draadloze telegrafie (1902), kleurenfoto grafie, helicopters, televisie, verkenning van het heelal met vuurpijlen en kunstmanen, ruimtevaart, electronische rekenmachines, geluids barrière, geologie en hydrologie van het Deltagebied. Meestal gaven de aspirant-sprekers met grote welwillendheid gehoor aan de uitnodiging van het Natuurkundig Gezelschap om een voor dracht te komen houden te Middelburg. Een hoogleraar in de genees kunde te Amsterdam echter^ wimpelde het verzoek radikaal af: "Ik heb nog nooit een voordracht voor een niet-deskundig publiek gehou den. Ik zou ten eenenmale radeloos zijn over het onderwerpIk ben ook in het geheel geen voorstander van populariseering der ge neeskunde, integendeel, ik vind dit in het algemeen zeer ongewenst". Verscheidene malen werden in de 20ste eeuw lezingen voor scholieren gehouden, de meeste door A. F. J. Portielje, o.a. over dierenleven in Artis (met film), en door Jac. P. Thijsse, o.a. over nestjes zoeken en uit het vogelleven (met lichtbeelden). Ten einde een groter kring van toehoorders aan te trekken besloot men in 1929 en 1931 om de leden van het Instituut voor Arbeidersontwik keling voor een geringe entree-prijs (een kwartje, later twee kwartjes) de lezingen te laten bijwonen36. Zijnerzijds bood het Instituut het ge bruik van zijn epidiascoop aan. In 1932 is deze overeenkomst beëin digd. Enige malen werden lezingen georganiseerd in samenwerking met andere verenigingen, o.a. het Zeeuwsch Genootschap, de Maatschappij van Nijverheid, de afd. Walcheren van de Maatschappij ter bevorde ring der Geneeskunst, de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, de Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde, de Maatschappij van Land bouw, de Stichting Zeeuwse Volksuniversiteit, de Polder- en Water- schapsbond, speciaal als de kosten van de spreker de draagkracht van het Natuurkundig Gezelschap te boven gingen, of als de spreker te kennen had gegeven alleen voor een uitgebreid gehoor te willen optre den. Dit waren de z.g.n. extra-lezingen, die buiten het programma van de maandelijkse voordrachten vielen. In de correspondentie en het kasboek van het Gezelschap heb ik de onderstaande extra-lezingen kunnen terugvinden: 35. Brief van Prof. I. Snapper 1.VI.1935 36. Not. algemene verg. 20.IX.1929 en 16.X.1931 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 32