1. Prestant8-
2. Holpijp 8-
3. Octaef 4-
4. Mixtuer -
Registers] vant Poset[ief]
2. Principaelen, met
het Prestant of Holpijp
5. Scharp
6. Superoctaef 2-
7. Toezeijn 8-
8. Quintade 8-
9. Quint Prestant
10. Duitse Pijp
half
11. Holpijpken 4-
12. Sexquialter
half
Met goede Tramblantent
exhibitfum] xii 9bris 1641
Dit bestek zegt meer over het te vervaardigen instrument dan men op
het eerste gezicht zal veronderstellen. In de eerste plaats valt op dat
achter de bourdon 16', prestant 8', octaaf 4' en trompet 8' van het
hoofdwerk een hoofdletter P is geplaatst. Deze P is moeilijk anders uit
te leggen dan als afkorting voor pedaal en aangezien het slechts een
deel van de hoofdwerkregisters betreft moet hier transmissie op het
pedaal zijn bedoeld, dat wil zeggen dat naast de hoofdwerkcancellen
in de bas pedaalcancellen moesten worden gebouwd met eigen slepen,
registertrekkers en vervoeringen naar de pijpen van genoemde registers.
Op deze wijze zou het mogelijk zijn de vier registers onafhankelijk van
de registercombinatie op het hoofdwerk te gebruiken. Transmissies
werden in deze tijd veelvuldig toegepast.
Opvallend is de duidelijke scheiding van de hoofdwerkregisters in twee
groepen. De eerste omvat het prestantenkoor met de bourdon 16' sa
men het "Groot Principael" genoemd en de trompet 8'. De tweede
groep bestaat uit prestanten, fluiten en een tongwerk. Deze moest op
een afzonderlijke bovenlade worden aangebracht zoals blijkt uit de
toevoeging "dese registers op het boovenste zecreet". Het feit dat de
prestant 8', ook met de bovenlade zou worden verbonden (bij no. 14
ontbreekt de voetmaat, zodat het kennelijk om „de" prestant gaat) is
een aanwijzing dat hoofd- en bovenlade, hoewel op hetzelfde klavier
aangesloten, afzonderlijk te gebruiken moesten zijn. Alleen in dat geval
kon een dergelijke combinatie, eveneens een vorm van transmissie, zin
hebben. Voor hoofd- en bovenlade zullen daarom eigen ventielen en
windtoevoer met afsluitingen zijn voorgeschreven. Men kon dan door
48