d. GEBRUIK VAN HET ORGEL; REPARATIES IN de 17e eeuw Reeds tijdens de bouw had de magistraat Jan Fockedey de toegezegde aanstelling tot organist gegeven. Fockedey was nogal nonchalant zodat de magistraat in 1644 een instructie voor hem opstelde waarin zijn taak nauwkeurig was omschreven en op ieder verzuim een boete ge steld. Volgens deze instructie moest de organist in de wintermaanden 's avonds een uur lang het orgel bespelen, daarnaast 's zondags en in de week het psalmzingen begeleiden en een half uur voor en na de kerkdienst spelen. Hoe bont Fockedey het wel moet hebben gemaakt toont de bepaling dat hij nuchter op het orgel moest komen en ook geen dronken lieden daarop mocht toelaten40. Een ordonnantie uit 1646 laat zien dat er grote belangstelling voor de orgelbespelingen bestond. De ordonnantie was gericht tegen baldadig heid tijdens het orgelspel die de burgers "die alsdan veel aldaer sijn verschijnende", "de liefveliicke harmonie vant orgelspel" ontnam4!. Tn 1655 verzochten de predikanten de magistraat de orgelbespelingen op de zondagavond te beëindigen. De wanordelijkheden "soo met spe len als rasen" verstoorden de catechisaties en waren "tot oneere van Godt Almachtig en vilipendie van soodanige heijlige plaatse". De ma gistraat stond het verzoek van de predikanten toe42. Pas in 1743 zijn de winteravondbespelingen bij gebrek aan belangstelling gestaakt. Het gewone onderhoud was in de 17e eeuw aan de organisten opge dragen. Deze moesten tot het uitvoeren van kleine reparaties in staat zijn43. Volgens een rapport van de bekende orgelmaker Nicolaes van Hagen dat op grond van een post in de stadrekeningen in 1663 valt te dateren hadden de organisten Holst en Vederman nogal schade aange richt44. De beide scherpen waren geheel bedorven, de vox humana was voor de helft verdwenen en een sesquialter was geheel zoek. In derdaad hadden Holst en Vederman reparaties uitgevoerd. De eerste ontving in 1646 f 41 voor "het vermaecken ende veranderen van eeni- ghe registers in den orgel", de tweede in 1656 8 voor eenige herstel lingen40. Waarschijnlijk heeft Holst getracht het groot principaal van een mixtuur en scherp te voorzien in plaats van de octaaf en super octaaf van Deakens maar is hij daar zo weinig in geslaagd dat Nicolaes van Hagen totale vernieuwing noodzakelijk achtte. Van Hagen adviseerde mixtuur en scherp van hoofd-, en rugwerk, een sesquialter en de vox humana nieuw te vervaardigen. Enkele te nauwe pijpen van de bourdon en trompet moesten worden vervangen. Verder waren nieuwe blaasbalgen noodzakelijk, nu met "handentrek", hand bediening, voor een regelmatiger windvoorziening. De voorgestelde reparatie is uitgevoerd, echter niet door Van Hagen maar door een Christiaen Mullaert46. Of deze de in de stadsrekening 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 53