Rest nog de vraag, wie dit kunstwerk heeft ontworpen. Helaas verschaf
fen de archivalia op deze vraag geen antwoord. Er zijn echter wel enige
aanwijzingen. Volgens de gildebepalingen was het niet-leden verboden
werk te verrichten of leveranties te doen binnen het gebied van het be
treffende gilde. Deakens is niet tot het timmerliedengilde te Goes
(waarin ook de schrijnwerkers opgenomen) toegetreden, zodat we moe
ten aannemen dat hij de bouw van de orgelkas heeft onderbesteed aan
een Goes' schrijnwerker. Nu is het opmerkelijk dat eind 1641 een
schrijnwerker, een zekere Nathanael de Paepe, afkomstig uit Zierikzee,
tot het timmerliedengilde toetreedt en juist na 1642, toen de orgelkas
grotendeels gereed was88, weer verdwijnt89. Uit de begraafregisters
büjkt niet dat hij in 1643 is overleden. Het is zeer wel mogelijk, dat
deze De Paepe de orgelkas heeft ontworpen en gebouwd. Deze gang
van zaken zou tevens het ontbreken van een post voor het ontwerp ver
klaren, bij een zo gecompliceerd object toch waarlijk geen kleinigheid.
De Paepe huwde 25 december 1641 met Elisabeth van Steenbergen uit
Middelburg. Getuige bij het huwelijk was Pieter de Paepe, molenaar op
de stadskorenmolen te Goes, vader van de bruidegom78. Nathanael de
Paepe was dus Goessenaar van origine. Een bewijs, dat De Paepe bij de
bouw van het orgel was betrokken valt niet te leveren maar er is toch
een spoor dat hl de richting van deze Zeeuwse schrijnwerker wijst71.
b. VERPLAATSING EN WIJZIGING IN 1704/11
In de jaren 1704/11 is het orgel naar zijn huidige plaats overgebracht.
De verplaatsing noodzaakte tot een aantal wijzigingen. De verwisseling
van de panelen van de balustrade is hiervoor al vermeld. Men bracht
lofwerk aan in de bovenrand van de balustrade en plaatste bloem-
vormige knoppen op de pilaren. Naast de hoofdwerkkas kwam een
tweede balustrade. Beide balustrades kregen een weelderig gebeeld
houwd rolwerk als overgang op de orgelkas.
Het front van het hoofdwerk onderging in verband met het completeren
van het groot octaaf belangrijke wijzigingen. In de middentoren wer
den nu de pijpen C Cs D Ds en E geplaatst. Deze verandering maakte
verlenging van de middentoren noodzakelijk en bracht vervolgens een
opschuiving te weeg waar het front niet op berekend was. De capaciteit
van de hoektorens moest van 2x7 1 op 2x5 2 worden gebracht
zodat in de middenvelden de pijpen vanaf e (vroeger vanaf c') een
plaats moesten krijgen. Aangezien de hoogte hiervoor niet toereikend
was heeft Cools het hoofdgestel boven de velden schuin afgezaagd. Om
ruimte te vinden voor de prestant 8' van het pedaal heeft hij de zijvel-
70