want in 1739 komen slechts posten wegens verfraaiing met beeldhouw
werk voor.
Ook inwendig heeft het orgel wijzigingen ondergaan. Aangezien de
bovenlade kwam te vervallen en de hoofdwerklade dieper werd is de
steunconstructie voor de bovenlade verwijderd. In eerste instantie zal
men veronderstellen dat Cools de pedaalladen achter de pedaalvelden
heeft opgesteld. Bezien we echter de 18e eeuwse dispositie dan wordt
dit wel heel onwaarschijnlijk. Een hoofdwerk van dertien registers liet
bij het klassieke sleeplade systeem onvoldoende ruimte voor pedaal
laden met zes stemmen, waaronder een quintadeen 16'. Trouwens, het
feit dat Cools gebruik maakte van de oude hoofdwerklade, die een
breedte van 3.50 m. moet hebben gehad, sluit het onderbrengen van
het pedaal in de hoofdwerkkas al uit. Het pedaal is in 1711 dus waar
schijnlijk achter het hoofdwerk geplaatst.
Behoudens de verfraaiing met de deuren, beelden en ander snijwerk
waren de wijzigingen van 1704/11 geen verbetering. De pilaren, de zo
belangrijke dragende elementen van de oorspronkelijke opstelling, ver
dwenen en het orgel kwam in de drukke omgeving van de koorsluiting
met zijn vele spitsbogen en traceringen minder tot zijn recht.
Door de opschuiving van de pijpen en het aanbrengen van een prestant
8' in de zijvelden werden de proporties van het hoofdwerkfront minder
gelukkig. Het schuin afzagen van het hoofdgestel boven de velden was
in strijd met de architectuur van de orgelkas. Door het verlengen van
de middentoren werden de onderlinge maatverhoudingen aangetast en
tengevolge van het verbreden van de zijvelden ging de oorspronkelijke
symmetrie rondom de hoektorens verloren. En dat alles om vier pijpen
van het groot octaaf een plaats te geven!
C. WIJZIGINGEN IN 1739
Het orgel is in 1738/9 gedeeltelijk in een roodbruine kleur overgeschil
derd. Het blauw van 1704/11 bleef overal gehandhaafd alsmede het
verguld op de lofwerken. Ook de onderkast behield zijn crèmekleurige
beschildering. Het overig verguld verdween nu onder de roodbruine
tint, bij de panelen van de balustrade op de profiellijsten afgewisseld
met zwarte banden.
In de rekeningen komen posten voor betreffende het aanbrengen van
beeldhouwwerk aan de hemel door de beeldhouwer Jan de Quant73.
Een uitgave wegens het vervaardigen van de hemel ontbreekt, zodat het
hier waarschijnlijk een verfraaiing van een bestaande hemel betreft.
Deze is dus vermoedelijk geen nieuw element maar een voortzetting
72