ondervangen van het hoofdwerkfront. In 1909 waren namelijk de
dompregels, waarop het front rustte gesloopt en was het front aan de
balkconstructie van het pneumatisch instrument bevestigd. Nu deze
balkconstructie kwam te vervallen moest in de ondersteuning van het
front worden voorzien. Aangezien op de plaats van de dompregels de
weiborden van het nieuwe instrument waren geprojecteerd was het niet
mogelijk de oorspronkelijke constructie te herstellen. Men heeft daar
om het front verankerd met twee stalen beugels, bevestigd aan de mid
denstijlen van de onderkast.
De restauratie is door het tevoorschijn brengen van het fraaie 17e
eeuwse inlegwerk een grote vooruitgang maar is toch niet in alle op
zichten bevredigend. Voor de orgelhemel was uit oogpunt van monu
mentenzorg reiniging en regeneratie van de oorspronkelijke beschilde
ring te prefereren geweest. De sinds 1739 ongerept gebleven beschilde
ring verhoogde de cultuurhistorische waarde van dit zeldzame object
en zou een dergelijke zorgvuldige behandeling zeker hebben gerecht
vaardigd. Afgezien daarvan was nauwgezette navolging van de oor
spronkelijke tinten een eerste vereiste geweest. Het vervangen van de
oker op de beelden en het lofwerk door verguld en bronsverf alsmede
de andere wijzigingen zijn ongeoorloofde afwijkingen van de oorspron
kelijke toestand.
Voor wat de orgelkas betreft, is het inconsequent dat een deel van het
17e-eeuwse werk in 18e-eeuwse staat is gebracht. Het is wel zeer jam
mer dat de oorspronkelijke beschildering van de 17e eeuwse beelden
niet is hersteld74. Met deze beschildering, die bij de restauratie vrij gaaf
onder de latere lagen brons en poliment tevoorschijn kwam, waren deze
beelden een typisch specimen van gepolychromeerd 17e-eeuws beeld
houwwerk zoals de beeldhouwer Aernoudt Rogaerdts en de schilder
Jeremias Brom dat in het midden van de 17e eeuw ook leverden voor
de schepen van de Admiraliteit van Zeeland7'. De beschildering ver
hoogde de plastische werking van de beelden. Zij zijn nu slechts wezen
loze klompen goud.
Het vergulden van de robbellijsten van het orgel is evenzeer weinig ge
lukkig. Hiervoor is uiteengezet, dat deze lijsten de functie hebben om
door de con-, en divergerende werking van het golvend aangebrachte
profiel binnen een omgeving van gelijke kleur te differentiëren. Het
hoeft dan ook geen betoog, dat het vergulden van deze uit edelhout
vervaardigde lijsten een contradictio in terminis is.
Het effect van de goudbehandeling van het orgel is dat vrijwel nergens
een direct contrast goud-edelhout voorkomt. Dit lijkt me in het licht
van het decoratiebeginsel van de orgelkas minder juist. Het is in som
mige gevallen bovendien in tegenspraak met de functie van de betref
fende onderdelen. Zo zijn bij het schalmmotief in de voetlijst van de
74