2. Prestant 8' disc. Aangehangen pedaal C-g
3. Prestant 4' Ventiel; tremulant; gehalveerde drukkoppel
4. Fluijt 4'
5. Octaaf 2'
6. Quint 2!2/3'
De prestant 8' discant en de prestant 4' staan gezamenlijk tot b' respec
tievelijk b in het front. De uit eikenhout vervaardigde pijpen van het
groot octaaf van de holpijp 8' staan aan weerszijden van de windlade.
De beide werken zijn geplaatst op een in tweeën gedeelde windlade met
een ventielkast aan voor- en achterzijde. Het bovenklavier werkt
rechtstreeks op de wellen van de hoofdlade; het onderklavier heeft ba-
lanstoetsen die via een hefboom op de wellen van de nevenlade wer
ken, een voor de 18e eeuw vrij uniek systeem. Tussen de klavieren is
een gehalveerde drukkoppel gebouwd die wordt bediend met twee
geelkoperen knopjes in de regel tussen de klavieren.
Het regeerwerk is van een prachtige factuur. De benedentoetsen van
de klavieren zijn belegd met ebbenhout, de boventoetsen zijn uit mas
sief ivoor vervaardigd. Het fronton van de benedentoetsen is met een
vlindermotiefje beschilderd. De klavierbak is fraai geprofileerd. De
namen van de registers zijn op okerkleurig beschilderde naamplaatjes
boven de uit palissanderhout vervaardigde registerknoppen aangegeven.
Boven het klavier bevindt zich een sierlijke, verstelbare muzieklesse-
naar met ajour-gesneden medaillon. Naast deze lessenaar zijn twee
koperen kandelaars aangebracht. De boventoetsen van het pedaal zijn
in de vorm van een omkrullend acanthusblad uitgezaagd.
De pilasters van de onderkast zijn aan de bovenzijde versierd met een
pendeloque in Louis XIV stijl. Ook de overige ornamenten zijn in deze
stijl uitgevoerd: de bloemenmandjes op de voetlijst en het symmetrisch
acanthuslofwerk met schelpmotief van de blinderingen in het front.
De eikenhouten balustrade en trap van de orgelgalerij zijn in Louis
XVI stijl uitgevoerd. De panelen en pilasters zijn voorzien van recht
hoekig opgelegde profielen met rozetten in de ingezwenkte hoeken. De
balustrade is thans in een geelbruine eikenhout-imitatie geschilderd. De
gietijzeren pilaren onder de galerij zijn niet oorspronkelijk.
Zowel het ontwerp als de factuur van het orgel zijn van een zeer hoog
gehalte. Alle onderdelen zijn met grote accuratesse vervaardigd. Kops
hout is steeds met eikenfineer overtrokken. Onderkast en front zijn vol
komen op elkaar afgestemd. De als pilasters uitgevoerde zijvelden zijn
een voortzetting van de samengestelde pilasters van de onderkast en
middentoren en velden zijn even breed als de afdeling van het regeer
werk; de deellijnen van registerpanelen en ldaviatuur vloeien harmo
nisch over in de deling van het front. Door deze correlatie zijn onder-,
en bovenkast een organische eenheid.
78