terug dan het tweede kwart van de 19e eeuw maar dank zij een ge schiedverhaal, samengesteld door pastoor C. Stolk in 1844, zijn er toch nog enige gegevens over de geschiedenis van het orgel vóór 1868 be schikbaar. In dit geschiedverhaal deelt pastoor Stolk mee dat het orgel oorspronkelijk uit Belgisch Brabant afkomstig is, vermoedelijk uit een kloosterkerk of abdij. Het is in 1798 aangekocht en kostte met vervoer en plaatsing 1198,70. Het orgel is dus van oudere datum dan 1798. Een gelukkige omstandigheid is dat in het archief van de Ned. Her vormde gemeente te 's-Heerarendskerke een tekening van het orgel vóór de overplaatsing en een opgave van de oorspronkelijke dispositie bewaard zijn gebleven85. De tekening is vervaardigd door J. Couvee, stadsarchitect van Zierikzee, op verzoek van J. W. Hannink, architect te Goes, die belast was met het vervaardigen van een ontwerp voor de opstelling van het orgel in de kerk te 's-Heerarendskerke. De dispositie van het orgel luidde als volgt: 1. Prestant 8' 8. Quintfluit 3' 2. Holpijp 8' 9. Cornet 5 sterk 3. Fluit travers 8' discant 10. Mixtuur 3 st. 4. Octaaf 4' 11. Cimbel 2 st. 5. Fluit 4' 12. Trompet 8' bas 6. Octaaf 2' 13. Trompet 8' discant 7. Waldfluit 2' Klavieromvang C-d'", aangehangen pedaal Deze dispositie wijst op Zuidelijke herkomst. Onder cimbel moeten we waarschijnlijk cymbale verstaan, de Franse benaming voor scherp. Uit de tekening blijkt dat het orgel op een wat merkwaardige manier in de kerk was geplaatst. Op de begane grond bevond zich een borstwering van 2.10 m. hoogte waarachter de klaviatuur en de zitplaats voor de organist. Op deze borstwering was een sculptuur van St. Cecilia aange bracht, die thans nog in de Willibrorduskerk te Zierikzee aanwezig is. Door de geringe hoogte van de kerk was men genoodzaakt het orgel met de onderkast rechtstreeks op de vloer te plaatsen. Ook de vormgeving van de orgelkas wijst op Zuidelijke afkomst. De velden zijn niet gedeeld, wat typerend is voor de Zuidnederlandse orgelbouw in de 17e en 18e eeuw. Opvallend is de eenvoudige vorm van de blinderingen, met lambrequinmotief. De hoektorens zijn met lieromamenten bekroond. De bekroning van de middentoren is in 1854 aangebracht ter gelegenheid van het schilderen van de kerk en het orgel88. De voet van de middentoren onthult ons het bouwjaar van het orgel: 1708. Deze afbeelding maakt een toeschrijving mogelijk. Het verloop van de middenvelden, het lambrequinmotief en het lierornament zijn elemen ten die begin 18e eeuw met name bij de orgels van de Zuidnederlandse 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 82