orgelbouwer J. B. de Forceville voorkomen87. Het is daarom zeer wel mogelijk dat we hier met een werk van deze bekwame orgelmaker te maken hebben. Pastoor Stolk vermeldt in zijn geschiedverhaal dat het orgel in 1816/7 is gerepareerd door de orgelbouwers A. Meere sr. en jr. te Utrecht. Bij deze reparatie is de klaviatuur van de onderkast naar de zijwand van het orgel overgebracht en zijn enige andere niet nader omschreven herstellingen verricht, waarvan de kosten inclusief het vervoer naar Utrecht 925 beliepen. In 1841 zijn de twee blaasbalgen vervangen door één blaasbalg, om ruimte op de galerij te winnen. In een schrijven aan het parochiaal kerkbestuur in 1864 klaagde het zangkoor over de slechte conditie van het orgel. De windvoorziening was ongelijkmatig en veroorzaakte voortdurend ontstemming. Ook was het door het ontbreken van een 16 voets register ontoereikend voor de ondersteuning van het gezang. Het koor stelde voor een nieuw orgel aan te schaffen, waartoe de viering van het eeuwfeest in 1868 een goe de gelegenheid bood. Men vond gehoor bij het kerkbestuur en 1 Oc tober 1868 kon een nieuw instrument van de fa. Rütter uit Kevelaer feestelijk in gebruik worden genomen. In 1868 kwam dus de Hervormde gemeente te 's-Heerarendskerke in het bezit van het oude orgel van de St. Willibrorduskerk te Zierikzee. Men droeg het herstel en de uitbreiding met een tweede manuaal en pedaal op aan de fa. Franssen te Roermond88. Het oude instrument bleef hierbij grotendeels bewaard. Franssen bouwde voor het hoofd werk een nieuwe windlade en gebruikte de oude hoofdwerklade voor het tweede manuaal, in het bestek "positief" genoemd. Op de hoofd werklade bleef het oude registermateriaal gehandhaafd behalve de fluit travers 8', de fluit 4' en de cimbel terwijl een Bourdon 16' een Viola di Gamba 8' en een Bazuin 16' werden toegevoegd. De registers van het positief en het pedaal werden geheel nieuw. Op het positief kwamen twee strijkers, twee fluiten en een tongwerk, een voor deze tijd type rende bezetting (zie dispositie hieronder). De orgelkas is ten behoeve van de uitbreiding van het instrument van 1.27 m. op een diepte van 3.11 m. gebracht. De ornamenten van het orgel, de consoles, de blinderingen en de bekroning van de torens, zijn door nieuw beeldhouwwerk vervangen, terwijl ook opzij van het orgel ornamenten zijn aangebracht. Het beeldhouwwerk is vervaardigd door een zekere De Hollander te Middelburg. Op de hoektorens en balustra de zijn Arenden geplaatst, naar het wapen dat de gemeente voert. Het oxaal had aanvankelijk twee pilasters van stucwerk met daartussen een tudorboog88. Het is in 1906 in de bestaande toestand gebracht. Het ontwerp voor de opstelling van het orgel is geleverd door J. W. Han- nink, architect te Goes. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 83