Al zijn de afmetingen gelijk gebleven, het image van het orgel is door
het vervangen van de ornamenten geheel veranderd. Het karakter van
het oude instrument bleef echter grotendeels bewaard. Uit het bestek
blijkt, dat Fransen het oude pijpwerk vrijwel ongewijzigd heeft gelaten,
In 1902/3 verrichtte de orgelmaker J. van den Bijlaerdt een reparatie
aan het orgel. Deze omvatte behalve het schoonmaken, het aanbrengen
van handvaten in de deksels van de houten pijpen, het vernieuwen van
de twaalf grootste pijpen van de trompet, het vervangen van de bazuin
16' door een trompet 4', verbetering van de cornet en vernieuwing van
de voix celeste op het bovenmanuaal90.
Ingrijpender was een reparatie door de orgelbouwer J. H. Giesen te
Goes. Van de registers van het hoofdwerk werden de prestant 8', oc
taaf 4', octaaf 2', gedekt 8' vanaf c, mixtuur, cornet en trompet 8' ver
nieuwd. De prestant is uit zink vervaardigd, het overig pijpwerk uil
metaal van 40% tin. Op het tweede manuaal is de hobo 8' discant ver
vangen door een dulciaan 8'. Dit manuaal is tevens met vervolglaadjes
voor drie tonen tot f'" uitgebreid en van een zwelkast voorzien. De
houten pijpen van het orgel zijn zoveel mogelijk op afzonderlijke kegel-
laadjes geplaatst om een betere windtoevoer te verkrijgen®!.
Deze vernieuwing liet van het oorspronkelijke instrument weinig over.
Slechts de fluit 4', quint 3' en het groot octaaf van de gedekt 8' dateren
nog van vóór 1869. Van het nieuwe pijpwerk is de zinken prestant
bepaald slecht. De zwelkast is voor het met zachte stemmen bezette
bovenmanuaal een vrij nutteloze installatie.
Sinds 1924 heeft het orgel geen wijzigingen meer ondergaan. Ondanks
de vernieuwing van 1923 mag het toch een waardevol instrument ge
noemd worden. De oorspronkelijke windlade is nog geheel intact. Van
de 12 registerplaatsen zijn er nu slechts zes benut. De fluit 4' en het
Quint 3' getuigen nog van de kwaliteit die het oorspronkelijk instru
ment moet hebben bezeten92. Het werk van Fransen is eveneens van
relatief goede kwaliteit. Tenslotte volgt hier nog de dispositie van 1869
met de latere wijzigingen:
Hoofdwerk:
1.
Bourdon 16'
1869
2.
Prestant 8'
1923
3.
Fluit 8'
gr. octaaf oud, c-f" 1923
4.
Viola di Gamba 8'
1869
5.
Octaaf 4'
1923 vernieuwd, was oud
6.
Fluit douce 4'*
oud
7.
Octaaf 2'
1923 vernieuwd, was oud
8.
Quint 3'
oud
9.
Cornet 3 st.
1923 vernieuwd, was oud
10.
Mixtuur 3 st.
1923 vernieuwd, was oud
86