nen nagaan, in de loop van de tijd geen wijzigingen van betekenis on dergaan. WISSEKERKE, GEREFORMEERDE KERK Achter het onbeduidend front van dit orgel gaat een kostbaar werkje van de orgelbouwer Pieter Muller schuil, van oorsprong een kabinet orgel. De geschiedenis van dit instrument is slechts ten dele achterhaald en zal, evenals die der meeste kabinetorgels, wel onopgehelderd blijven412. De Gereformeerde Kerk van Wissekerke heeft het orgel in 1925 aan gekocht van de Gereformeerde Kerk te Baarland, die het in 1908 van de fa. Dekker te Goes kocht. Volgens overlevering in beide plaatsen is het orgel afkomstig uit Vlissingen. Er zijn twee aanwijzingen dat het orgel afkomstig is uit de Kleine of Nieuwe Kerk te Vlissingen. In het archief van de Ned. Hervormde Ge meente te Vlissingen berust een brief van de fa. Dekker uit 1906 waar in 200 wordt geboden voor het orgel van de Nieuwe Kerk. In 1908 is in deze kerk een nieuw instrument geplaatst door de fa. Van Dam. Het is dus zeer aannemelijk dat de fa. Dekker het oude orgel in 1908 heeft gekocht en aan de Gereformeerde Kerk te Baarland geleverd. In de tweede plaats komt de dispositie die M. H. van 't Kruys van het orgel in de Nieuwe Kerk te Vlissingen vermeldt vrijwel met de dispo sitie van het Muller- orgel overeen. Van 't Kruys geeft één register meer (dulciaan 8') maar dit kan een onnauwkeurigheid zijn11^. Het orgel is in 1861 in de Nieuwe Kerk te Vlissingen geplaatst en was een geschenk van ds. L. Merens114. Het is verzonden door de fa. Batz. Het is vrijwel onmogelijk de herkomst van het orgel vóór 1861 te achterhalen. Mogelijk heeft de fa. Batz het ingenomen bij leverantie van een nieuw orgel. In 1966 dreigde het orgel te worden ingeruild tegen een pneumatisch instrument. De heer A. H. de Graaf, orgelmaker te Ede, ontdekte ech ter juist bijtijds de signatuur Pieter Mttller in de ventielkast en het jaar tal 1767 op de C van de octaaf 2', waarop tot restauratie werd beslo ten. Deze is in 1967/68 uitgevoerd waarna het orgel 29 mei 1968 weer in gebruik is genomen. Adviseur was de heer Klaas Bolt te Haarlem. Bij de restauratie zijn windladen en mechaniek geheel nagezien. Het pijpwerk, dat behalve de quint 3' geheel origineel is, werd zoveel mo gelijk ongemoeid gelaten om de oude intonatie te bewaren. De voix celeste, vermoedelijk in 1925 door de fa. Dekker aangebracht, is ver vangen door een quint 3', die zich blijkens een notitie op het pijproos- 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1972 | | pagina 95