Bestek voor verplaatsing en uitbreiding van het orgel door Albertus
van Os en Hendrik Batz. 1 October 1741249.
Besteck ende conditiën na de welke de gecommitteerde van den groo-
ten kerkenraadt der onveranderde Augsborgsche Confessie residerende
tot Middelburgh in Zeelandt hebben besteedt aan de ondergeschreven
mrs. orgelmaeckers met name Albertus van Oss en Hartman Beetz
soo als volgt:
Het verplaatsen van het orgel uijt de oude in de Nieuwe kerk alhier
gebouwd, soo van aff neemen, over brengen en stellen in een goede
ordre stant en forma volgens afspraak en na uijtwijsing der teijkening,
dat is alles wat het orgelmaakerswerk, tgeen een goed en bequaam
orgelmaker ordinair doet in 't maaken en stellen van orgels, niets
uijtgesondert soo als men in't volgende verder heeft bepaalt.
De aanneemers beijde oft den eersten en oock den tweeden te samen
sullen voor eerst het oude orgel uijt den anderen moeten doen en
versorgen dat alles word gedaan ten haaren costen (in't breeken oft
ontstellen) en het secreet dat nu drukkende is veranderen tot een
trekkende en de cas van't secreet die nu agter legt voor brengen
beneevens het clepwerk; het secreet voor openen en agter digt maa
ken off een winkelhuicwerk aan't secreet brengen, het welbordt ver-
maaken soo als een goed orgelmaker behoord te doen en verder als
het den aannemer (off aannemers) sullen best oordelen, en het pedaal
alsoo stellen in staat tot gebruijk en verder maaken het abstractuur en
registratuur soo als dat alles sal vereijschen.
Verder het clavier 't geen agter is voor moeten brengen, ter distantie
als noodig is, verder de blaasbalgen vernieuwen met nieuw leer van
goede soort en best dienstig tot sulken werk; verder de wind buijsen
vermaaken en vernieuwen soo als het noodig werd vereijst, en alle de
monden van het pijpwerk soo int siraat als andere als meede van het
rugpositiff en grand bufet alle vergulden met fijn geslaage ducate
goud en oock alle versilveren met tinne foelie als ordinair werd gedaan.
Verder sullen d'aannemers gehouden sijn te maaken en stellen een
geheel nieuw rigister pijpwerk van nieuw suijver lood de welke moeten
gesteld werden in het nieuw rugpositiff soodanig dat dit nieuw pijp
werk sal moeten spreeken de toon vier voet (en ordinair genoemdt
werd prestant 4 voet). Insgelijcks sal in het positiff gemaakt werden
een secreet om ten allen tijde op te connen speelen of plaatsen de
nombre van 7 registers pijpwerk behalven het genoemde pijpwerk int
cieraad; oock sal tot dit positiff gemaakt werden een clavier en het
regeerwerk daar toe noodig.
Verder sullen alle de registers en geluijden moeten worden geïntoneerd,
en suijver maaken, en alle de pijpen verhelpen off soo als men segt
116