werk van buijten loopt groot gevaar van uijt te spatten, het is altijd
zeeker dat het verzwakt raakt en bedorven door de grootte van het
gat dat zij hebben moeten voor het blaashuijs, en de kerk verklijnt
door dat den orgel soo veel in de kerk moet springen, en soo den
orgel boven de predikstoel geplaatst word, daar nn reeds een trap is,
en daar ook plaats is voor het blaashuijs, twelk twee grote zaken zijn,
voor het orgel en veel minder kosten: daar behoeft niet gebroken te
worden als voor de balken van 't orgel, de kerk houdt zijn grootte en
ruijmte, daar behoeven geen colommen te weesen, de predikstoel kan
blijven die hij is, alleenlijk moet er een andere trap gemaakt worden
zoo als in de Nieuwe Kerk is, het klankbord of den hemel van den
predikstoel moet weg dat er nu is, dat ook te lomp en te swaar is,
na de predikstoel, hoe mooij deselve ook gewerkt is en het moet van
de muur af gekoepelt worden tot onder den orgel, dan behoudt ook
den tuijn sijn selfde ruijmte, en de klank van het klankbord zal niet
verminderen omdat het van agteren door de koepel meer geslooten
word als nu, zoodat de kosten daar van soo groot niet konnen weesen,
dat de stad sulks beter voor sijn rekening souw kunnen nemen als dat
ze naderhand de kosten soude hebben van het steene werk en beeld-
houwerswerk van buijten door het verswakken van de muur, want als
het werk van buijten aan de kerk eens begint uijt te setten of uijt te
spatten, waar sal men het meede vast maken als de muur weggebroken
is, en om al het voornoemde wort niet eens gedagt, al het welk mijne
heeren gelieve nader in consideratie te nemen.
Vlissingen, Engelse Kerk.
Overeenkomst tussen de kerkeraad en Frederik van der Weele voor de
bouw van een nieuw orgel254.
De ondergetekende commissie uit en van wegen de kerkeraad van de
Engelse Gemeente alhier bekleed door den predikant Low, den ouder
ling Zandleven en diaken Cars bekennen volgens volmagt van voor
noemde kerkeraad, in derselver naam besteed te hebben aan monsieur
Frederik van der Weele, stadsorgelmaker woonagtig te Middelburg 't
maken en stellen van een orgel van de volgende dispositie en onder
voorwaarden speciaal genoemd, te weeten:
Boven clavier
N° 1Holpijp 8 voet metaal discant, bas hout.
2. Prestant 4 voet metaal geheel.
3. Quint 3 voet metaal geheel.
4. Octaav 2 voet metaal geheel.
5. Mixtuur 1 voet 2 sterk bas, metaal geheel.
6. Cornet 4 sterk metaal geheel.
122