Het fossiel wordt bewaard in het Rijksmuseum van Geologie te Lei
den. Het Zeeuwsch Genootschap bezit van dit dier geen enkel fossiel.
Of van de neushoorn Dicerorhinus merckii (Jag.), die eveneens in één
of meer warmere perioden voorkwam ooit iets in Zeeland is gevonden
is mij niet bekend. Met uitzondering van de schedel zijn de andere
delen van het skelet zeer moeilijk op soort te determineren.
De zojuist genoemde soorten stierven vóór of tijdens het laatste glaciaal
uit.
Met betrekking tot de groep dieren uit de laatste koude tijd van het
Pleistoceen, welke hierna volgt, is het mogelijk, dat sommige soorten
reeds in de daaraan voorafgaande perioden in Zeeland leefden; de
hier opgeviste botten geven hierover geen uitsluitsel.
LAAT-PLEISTOCENE GROEP
De laatste ijstijd, het Weichselien, begon globaal genomen tussen
100.000 en 70.000 jaar geleden. Tijdens het Midden-Weichselien
(Pleniglaciaal) bevond ons land zich in een arctisch klimaat, de Noord
zee lag droog en de kust lag waarschijnlijk ten westen en ten zuiden
van het huidige Engeland. Het landijs is toen niet tot ons land door-
Stratigrafie van het Boven-Pleniglaciaal, Laat-Glaciaal en Vroeg-
Holoceen.
chronostratigrafie vegetatie ouderdom
Holoceen
Praeboreaal
bos
11.000 j.
11.800 j.
12.000],
12.440 j.
ca 12.600 j.
ca 25.000 j.
Laat-Glaciaai
(Boven-
Weichselien)
Late Dryas Stadiaal
open landschap
Allerod Interstadiaa!
bos (berk (Betula),
den (Pinus))
Vroege Dryas
Stadiaal
zeer open land
schap en toendra
Bolling Interstadiaal
berken (Betula) bos
en open landschap
zeer open land
schap en toendra,
uitbreiding van
Artemisia
Pleniglaciaal
(Midden-
Weichselien)
Boven-Pleniglaciaal
toendra en pool-
woestijn
Naar F.F.F.E. van Rummelen, Geologische kaart van Nederland,
blad Walcheren.
143