Gravering van de mammoet Mammuthus primigenius (Blum.) in de grot Les Combarelles (Dordogne) kudden 's zomers noordwaarts naar de open toendra's en leefden daar van grassen en zeggen om 's winters weer naar de steppen en bostoendra's in het zuiden te verhuizen, waar ze o.a. de twijgen en de naalden van de bomen aten. Door de talrijke in het ijs ingevroren mammoeten, die in Siberië zijn ontdekt, zijn wij veel over de leefwijze van de mammoet te weten ge komen. Een zich snel voltrekkende ramp moet daar hebben plaats gehad, waardoor ontelbare dieren tegelijk zijn omgekomen. Veronder steld wordt, dat een plotseling optredende temperatuursdaling in zeer korte tijd hun dood heeft bewerkstelligd. Zo snel moet dit in zijn werk zijn gegaan, dat ze zelfs het voedsel nog in de bek hadden. Zij moeten vrijwel onmiddellijk compleet zijn ingevroren, waarbij door de uitzonderlijk lage temperatuur de ingewanden zelfs geen tijd hadden om tot ontbinding over te gaan. Uit de in hun maag gevonden stuif- meelkorrels heeft men de flora, het jaargetijde en de klimaatomstan digheden kunnen vaststellen van het moment kort voor zij massaal ten onder gingen. Geconstateerd is, dat de arctische lente al was aange broken toen zij door de catastrofe werden overvallen. Hieruit zou 145

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 169