ben gehad want de keuring werd tenslotte verricht door Anthonie
Smulders, organist en herbergier te Zierikzee. Deze verklaarde het
orgel voor een bruikbaar instrument, maar liet zich (zoals later bleek)
tijdens de keuring ontvallen
"dat men wat toegeven moeste ende soo eenichsints conde pas
seren12."
Dat Smulders heel wat onvolkomenheden door de vingers had gezien
bleek wel uit de keuringen, die in augustus 1646 op verzoek van de
organist Joris Bruys plaats vonden. Deze werden verricht door Valen-
tijn Rother, organist te Middelburg, Guiljam Braeckeleer, organist te
Veere, Abraham van der Eede, schrijnwerker-orgelmaker te Vlissin-
gen, Corijn Munters, een muzikant en de Middelburgse boekhande
laar Jaques Fierens, "liefhebber der musijcke". De bevindingen van
deze deskundigen waren weinig vleiend voor Fesser: geen enkel regis
ter was behoorlijk gestemd, vele pijpen waren bij het intoneren door
boord, ingesneden, dichtgebogen of met was dichtgeplakt. De trompet
was vervaardigd uit een oud exemplaar dat Fesser van Van der Eede
had gekocht. Hij had de bekers van deze trompet door middel van
stukken lood met vurenhout verlengd13.
Aanvankelijk trachtte de magistraat Fesser te bewegen zijn werk te
verbeteren. Deze beriep zich echter op de goedkeuring van zijn werk
door Anthonie Smulders en eiste de betaling van de nog resterende
240. Hij was slechts bereid gedurende enkele dagen het orgel na te
zien. Hierop gaf de magistraat aan Pieter Holst, een organist-orgel
maker, de opdracht het orgel in goede staat te brengen, ten laste van
het oorspronkelijk voor Fesser bestemde bedrag. Fesser nam geen
genoegen met deze gang van zaken en eiste betaling van het bedrag
waar hij recht op meende te hebben. Hierop volgde een langdurige
procedure met gerechtelijke insinuaties over en weer. Fesser droeg
zijn vordering tenslotte bij 'donatio inter vivos' over aan de Diaconie
te Middelburg. Het laatste stuk over deze zaak in het dossier betref
fende het orgel is een uitnodiging van de diaken Gualterus van der
Poort aan Van Delen om op de koopmansbeurs een gesprek te hebben
over een regeling. De afloop wordt niet gemeld; uit de stadsrekeningen
van Arnemuiden blijkt niet dat de vordering is betaald14.
Pieter Holst leverde het orgel October 1646 op en volgens het rapport
van Valentijn Rother mocht het nu doorgaan voor een goed instru
ment1 5. Na de voltooiing had het orgel deze dispositie:
1Prestant 8' disc.dubbel 6. Quint 3'
2. Holpijp 8' 7. Duitse fluit disc.
3. Fluit octaaf 4' 8. Doofje 2'
4. Gemshoorn 2' 9. Trompet 8'
5. Superoctaaf V Tremulant
28