kerken te Middelburg: een beeld en twee vazen voor het rugpositief van het orgel in de Lutherse kerk in 1792, een tweetal vazen op het orgel van de Waalse kerk en twee muziektrofeeën op het rugpositief van het orgel in de Oostkerk in 1798. De gegevens betreffende het aan de kerk van Arnemuiden geschonken orgel zijn in hoofdzaak te danken aan Radermachers eigen documen tatie: een beschrijving met dispositieopgave, een tekening van het orgel in 1795 eveneens aan de kerk van Arnemuiden geschonken, en de accuraat bijgehouden kasboeken. Volgens de beschrijving, die waar schijnlijk uit 1795 dateert bad het orgel deze dispositie26: 1. Prestant 8'disc. 6. Octaaf 2' 2. Holpijp 8' 7. Superoctaaf 1' 3. Quintadeen 8' 8. Cornet 3 st. 4. Prestant 4' 9. Cromhoorn 8' 5. Fluit 4' Tremulant. Klavieromvang C-c'". Aangehangen pedaal C-c'. Halveringen van de registers zijn niet aangegeven. Volgens de tekening had het instrument echter veertien registerknoppen, zodat vermoedelijk drie of vier registers waren gehalveerd27. Een aantal registers wordt in de kasboeken onder de uitgaven vermeld, in 1755 6-10-0 voor een sesquialter, in 1759 9-13-4 voor de quintadeen, in 1765 2-13-0 voor het vermaken van de kromhoorn en in 1769 1-15-0 voor een quint. Uit deze uitgaven kunnen we opmaken dat de quintadeen in 1759 is aangebracht en dat het orgel waarschijnlijk een quint en een sesquialter heeft bevat die later door andere registers zijn vervangen. Laatstgenoemde registers kunnen echter ook betrekking hebben op het clavecimbelorgel. In de loop van de tijd hebben vele orgelmakers aan Radermachers orgel gewerkt. De stadsorgelmaker Ludovicus de Backer onderhield het instrument in de jaren 1750-1759. daarna Johannes Jacobus Mo- reau tot 1766, vervolgens de stadsorgelmaker Johannes van Overbeek tot 1775 en tenslotte Frederik van der Weele tot 1795. Tussendoor vonden herstellingen plaats door Gerard Stevens in 1761, Johannes Mittenreiter in 1766 en verschillende malen door de in Middelburg gevestigde orgel- en clavecimbelmakers P.v.d. Sluys en J. Mansart28. Het uiterlijk van het orgel kennen we dank zij de fraaie aquarel die Radermacher tegelijk met het orgel aan de kerk van Arnemuiden schonk. Deze is waarschijnlijk vervaardigd door de Middelburgse kunstschilder Pieter Snijders die regelmatig voor Radermacher werkte. De afbeelding laat een fraaie eikenhouten orgelkas zien met beschil derde deuren en vergulde ornamenten. Het orgel bestond uit drie af delingen, een onderkast met het klavier, een wat ondieper tussenge- deelte met de registerpanelen en een ajour-gesneden raam, en daarop het front bestaande uit twee velden gescheiden door een middentoren. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 31