BIGGEKERKE, HERVORMDE KERK
In de Hervormde Kerk te Biggekerke bevond zich destijds een klein
orgel van de orgelmaker J.A. Mennes te Brigdamme. Jan Albert Men
nes werd in 1807 geboren te Groningen en overleed in 1890 te Brig
damme onder St.Laurens303-. Mennes vestigde zich in 1840 te Middel
burg als medewerker van de orgelmaker D.H. Lohman en begon na
twee jaren van samenwerking met G.L. Preuniger zelfstandig te wer
ken. Mennes is niet in staat geweest een positie als kerkorgelbouwer
te verwerven. Hij leverde in 1844 een orgel voor de Hervormde Kerk
te Westkapelle en bouwde in 1850 een nieuw orgel voor de Hervormde
Kerk te Domburg, maar hield zich verder voornamelijk bezig met
reparatie en onderhoud van kerkorgels. Wel bouwde Mennes vrij
veel huisorgels en op dit gebied genoot hij ook een zekere repu
tatie. Menige Walcherse boer liet zich door Mennes een orgel bouwen
en tot de inundatie in 1944 schijnen nog veel van deze instrumenten
op het platteland van Walcheren voorhanden te zijn geweest. Het
orgel in de Hervormde Kerk te Biggekerke had ook het karakter van
een huisorgel. Het had deze dispositie31:
1. Prestant 8'disc. 5. Octaaf 2' bas/disc.
2. Holpijp 8'bas/disc. 6. Quint 3'bas/disc.
3. Prestant 4'bas/disc. 7. Sesquialter 2 st. disc.
4. Gedekte fluit bas/disc.
Dit instrument is aan het begin van deze eeuw door een nieuw orgel
vervangen.
DOMBURG, HERVORMDE KERK
1. HET ORGEL VAN H.H. HESS
Een rampzalige gebeurtenis in de geschiedenis van de Hervormde Kerk
te Domburg is de brand die 10 October 1848 het kerkgebouw ver
woestte. Bij deze brand ging niet alleen een groot aantal van de in
1647 en 1650 te Domburg gevonden Nehalennia-altaren verloren,
maar ook een door H.H. Hess te Gouda vervaardigd kabinetorgel, dat
in 1801 was geschonken door de ambachtsheer A.K.C. Slicher.
Dit orgel was oorspronkelijk in bezit van de Middelburgse regent mr.
Johan Adriaan van de Perre. Van de Perre was een zeer vermogend
man en een vooraanstaande figuur in het politieke, maatschappelijke
en culturele leven van zijn tijd. In de jaren 1767-1779 bekleedde hij
het ambt van vertegenwoordiger van de Eerste Edele in de Staten van
Zeeland. Na het neerleggen van deze functie heeft hij zich geheel
gewijd aan de bevordering van kunsten en wetenschappen in zijn
33