gende toon, met name de holpijp die zeer wijd van mensuur is. Deze is vanaf c° van roeren voorzien. De overige registers zijn subtieler van toon; de cornet is krachtig en welluidend en heeft een gedekt 8' als basis. De orgelkas is eveneens door de orgelmakers geleverd, met uitzonde ring van het snijwerk dat is vervaardigd door de Middelburgse beeld houwer Karei Milet7®. Vermoedelijk is ook het lampet onder het hoofdwerk, volgens het opschrift geschonken door de familie Van Helsen, eveneens van de hand van deze beeldhouwer. Ook de beide engeltjes op de hoeken van de orgelkas kunnen op naam van Milet worden gesteld, want zij blijken bij de uitbreiding van het orgel in 1741-42 al aanwezig te zijn. Hun geringe afmeting wijst uit dat tussen orgel en gewelf weinig ruimte over was. Uit een oude beschrijving blijkt dat het orgel in het oude kerkje boven de preekstoel was ge plaatst: "Booven de ingang waren twee gaanderijen boven elkander, rus tende op houten zuilen, regt tegenover den ingang stond de preek stoel en boven dezelve een fraaie orgel. Het verhemelte van de kerk was sierlijk boogsgewijze gemaakt en hemelsblauw geschilderd met een vergulde zon en maan en bezaaid met een menigte ster ren74." Deze beschrijving geeft ons een indruk van de opstelling van het orgel in de oude Lutherse kerk. Het orgel moet daar met het interieur een aantrekkelijk geheel hebben gevormd. De eerstvolgende jaren werd het orgel nog door de Duyschots onder houden. In 1711 en 1713 ontvingen zij enige betalingen voor werk zaamheden aan het orgel. In de jaren 1719-32 is het orgel onder houden door Jacob Franpois Moreau te Rotterdam. In de rekening van 1717 is sprake van schoonmaken en "verstellen" voor een bedrag van 13-6-8 80). De notulen maken geen melding van deze repa ratie maar uit een vergelijking van de disposities kunnen we opmaken, dat Moreau in dit jaar de trompet 8' discant heeft vervangen door een vox humana 8' discant. De overige betalingen aan Moreau zijn vrij gering en kunnen slechts betrekking hebben op gewoon onderhoud. In 1728 leverde een zekere Samuel Schroder drie nieuwe blaasbal gen7®. In de loop van de 18e eeuw groeide de Lutherse Gemeente zodanig dat een nieuw kerkgebouw noodzakelijk werd. Na enige jaren van voorbereiding werd in 1739-42 aan de Singel een nieuwe kerk ge bouwd. Ook voor het orgel spaarde men daarbij geen kosten. Het werd op een nieuw oksaal geplaatst en uitgebreid met een rugpositief. Men droeg de verplaatsing en uitbreiding op aan de orgelmakers Hen drik Hartman Batz en Albertus van Os. Van Os was sinds 1734 te Vlissingen gevestigd. Hij was afkomstig uit Utrecht; waarschijnlijk 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 51