dat wel naamplaatjes voor genoemde registers al waren aangebracht maar dat deze zelf nog ontbraken. Dupon maakt in zijn dispositie- opgave van 1793 geen melding meer van open plaatsen84. Tussen 1774 en 1793 is echter geen enkele post aan te wijzen die betrekking kan hebben op een laatste aanvulling van het rugpositief. Nu bevat het exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek van Hess' Dispositien een aantekening van A.P.G. de Waal dat het rugpositief door een zekere R.P. Nadorp zou zijn gebouwd. Dit zou een onjuiste overlevering kunnen zijn betreffende een laatste uitbreiding van het rugpositief. In de 2e helft van de 18e eeuw was te Middelburg een orgelmaker Nico- laas Frederik Nadorp gevestigd. Deze was lid van de Lutherse Ge meente en mogelijk heeft hij zonder betaling te vragen de drie ont brekende registers aangebracht85. Het orgel is in 1762 door Gerard Stevens gereviseerd. Deze halveerde de koppeling van de klavieren85. In de jaren 1771-1788 was de stads- orgelmaker Johannes van Overbeek met het onderhoud belast, in de periode 1788-1840 Frederik van der Weele87. In 1788 voerde Van der Weele een herziening uit, nadat een voorstel van H.H. Hess om de trompet en de vox humana beide doorlopend te maken was afge wezen8 8Voor het opnemen van het orgel na deze reparatie was ook Daniel Radermacher uitgenodigd. Deze bracht de kerkeraad onder de aandacht dat het orgel veel aan schoonheid zou winnen met beel den op het rugpositief. Deze opmerking had niet het gewenste resul taat en daarom bood Radermacher in 1792 ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de bouw van de nieuwe kerk een beeld en twee vazen aan89. Uit Radermachers boekhouding blijkt dat dit beeld houwwerk werd vervaardigd door de beeldhouwer Jacobus van der Bilt voor een bedrag van 39-13-4 238) een voor die tijd aanzienlijk bedrag90. Frederik van der Weele voerde nogmaals een grote repa ratie uit in 1822, onder toezicht van Joh. de Kanter Pliil.z. Daarbij verving hij de vox humana 8' discant door een trompet 8' discant91. In de 19e eeuw hebben verder geen wijzigingen plaats gevonden. Wei onderging het uiterlijk in 1840 enige verandering door het verwijderen van de beschildering van preekstoel, wandbeschot en tuin door de schrijnwerker P. Theijm92. De vervalperiode van de orgelbouw is ook aan dit instrument niet on gemerkt voorbijgegaan. Bij een reparatie door de fa. A. Standaart te Rotterdam in 1912 moesten de mixtuur en de dulciaan van het rug werk wijken voor twee strijkers, een gamba 8' en een voix celeste 8'9S. Donkere wolken pakten zich boven het instrument samen in 1927. Men had de kerkeraad gerapporteerd dat het orgel niet meer kon worden gerepareerd aangezien de kosten die van nieuwbouw te boven zouden gaan. Vele gemeenteleden waren echter tegen nieuwbouw ge kant en toen dit toch duurder bleek te zijn besloot men tot een restau- 54

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 54