De kerkmeesters hadden Tiedemans advies ingewonnen met het oog op de beschildering van de orgelluiken. Deze toonde October 1692 zijn schetsen waarop men hem het werk gunde voor 500. Maart 1693 diende Tiedeman echter nieuwe schetsen in voor de buitenzijde van de orgeldeuren "alwaer wat meerder wercx in de grootste deuren is als in de eerste schets, maar in de onderste deuren minder werck", een opzet waarmee de kerkmeesters zich konden verenigen134. Zo was men van een bescheiden verbouwingsplan tot een geheel nieuw orgel gekomen, dat een vergelijking met de fraaiste orgels van Amsterdam kon doorstaan. Het ontwerp sluit aan bij de traditie die Jacob van Campen met de orgels van de St.Laurenskerk te Alkmaar en de Nieuwe Kerk te Amsterdam had ingezet: een opbouw van het orgel volgens de regels van de klassieke architectuur met een streven naar eenheid en onderlinge samenhang. Ook dit orgel was opgebouwd volgens de klassieke ordestelsels en het rugpositief is door zijn gebo gen frontvlak en de plaatsing op een rijk gebeeldhouwd soffiet zoveel mogelijk in de totaliteit van het orgel geïntegreerd. Toch is het een- heidsstreven hier minder rigoureus doorgevoerd: bij het rugpositief doorbreekt de middentoren het hoofdgestel en het fronton van het hoofdwerk omvat slechts de middentoren met aangrenzende velden. Waageman heeft het idee van het soffiet ontleend aan dat van het rug positief van het orgel in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Tegen een ondergrond van acanthus-snijwerk zijn engelenfiguren aangebracht, die het rugpositief als het ware op hun vleugels dragen. Zij zijn onder ling verbonden met welige festoenen. Op het rugpositief en het fronton van het hoofdwerk bevinden zich eveneens engeltjes, onderling ver bonden door een festoen en hoornen van overvloed. Al dit beeldhouw werk ademt de geladen, pathetische geest van de Barok. Men heeft wel verondersteld dat de beelden op het hoofdwerk, musicerende vrouwe figuren, afkomstig zouden zijn van het oude orgel. De archivalia geven echter geen grond voor een dergelijke veronderstelling en ook zijn de beelden te groot van afmeting dan voor het vier-voets orgeltje van Norel aannemelijk is. Eveneens ten onrechte is wel verondersteld dat de orgelluiken zijn be schilderd door Philip Tideman, leerling van de Lairesse135. In de no tulen en rekeningen is steeds sprake van Hendrick Tiedeman. Hoewel deze kunstschilder verder niet bekend is mag dit geen reden zijn de beschildering op naam van Philip Tideman te stellen. Op de binnen zijde van de deuren van het hoofdwerk heeft Tiedeman episoden uit het leven van koning David afgebeeld: op de linker deur de intocht van Saul na Davids overwinning op Goliath, op de rechterdeur het harpspel van David om Saul gunstig te stemmen. Op de buitenzijde van deze deuren is het kerstgebeuren weergegeven: links de aankondi ging van Christus' geboorte aan de herders, rechts de aanbidding van 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 66