het Christuskind door de herders. De beschildering van de deuren van het rugpositief bestaat uit zinnebeeldige voorstellingen: op de buiten zijde vruchten, koren en een bijenkorf als symbolen voor oogst en overvloed, op de binnenzijde symbolen voor het christelijk geloof: het offer, de wet, liet kruis en het lam. Tiedeman toont zich in deze be schilderingen een bekwaam meester. Met name de voorstelling van het kerstgebeuren is fraai van compositie. Gedurende zijn verblijf in de Oude Lutherse Kerk te Amsterdam heeft het orgel geen wijzigingen ondergaan. Wel werden aan het begin van de 19e eeuw de orgeldeuren overgebracht naar de consistorie van de Nieuwe Lutherse Kerk om de orgelkas wat minder te belasten. Toen in 1848 de consistorie van deze kerk moest worden verbouwd dreig den de deuren te worden verkocht. Door verkoop wilde men de kosten van transport naar de Oude Lutherse Kerk ontlopen! Het bleek echter dat de deuren hoegenaamd geen geld zouden opbrengen, zodat men besloot ze toch maar weer aan het orgel te bevestigen136. In het voorgaande is al vermeld dat de pogingen het orgel te verkopen in 1884 geen resultaat hadden. Het had er wellicht ook voor de orgel kas donker uitgezien wanneer het Rijksmuseum zich er niet over had ontfermd. In een vergadering van de kerkeraad van 1 februari 1884 rapporteerde een der leden dat de directeur van het Rijksmuseum Van der Keilen en de Rijksbouwmeester Cuypers het orgel hadden bezich tigd en tot de slotsom waren gekomen dat het orgel "als antiquiteit uit de 17e eeuw werkelijk kunstwaarde bezit". Men besloot hierop de orgelkas aan het Rijksmuseum in bruikleen af te staan op voor waarde dat het Rijk de kosten van demontage en transport voor zijn rekening zou nemen. Dit werd geaccepteerd, en zo belandde het orgel in het depot van het Rijksmuseum137. De Lutherse Gemeente te Amsterdam bleef echter eigenaresse en schonk de orgelkas in 1954 aan de Hervormde Gemeente te Middel burg voor plaatsing in de Nieuwe Kerk. Daar werd het orgel aange bracht op de plaats waar eens het fraaie 17e-eeuwse orgel hing. In deze nieuwe opstelling moest een oksaal achterwege blijven, maar dit heeft het karakter van het orgel niet aangetast. Bij deze gelegenheid zijn de deuren van het orgel gerestaureerd en is de kas van zijn verf lagen ontdaan. Nieuwe frontpijpen zijn aangebracht ten behoeve van het door de fa. Van Leeuwen te Leiderdorp gebouwde instrument. Niet in alle opzichten was dit een ideale restauratie. Door het ver wijderen van de beschildering van de kas is een in wezen onhistorische situatie ontstaan. Het orgel is van begin af aan beschilderd geweest in kleuren die door de kunstschilder Tiedeman waren voorgeschreven. Hoe antiek het orgel er nu ook met zijn donker eiken tint uitziet, deze toestand is beslist niet oorspronkelijk. Het is ook te betreuren dat de oude piestantpijpen van hoofd- en rugwerk zijn vernieuwd. Daarmee 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 67