is de laatste band die nog met het werk van Duyschot bestond zonder
directe noodzaak afgesneden. Aangezien het huidige instrument in
1954 geheel nieuw is vervaardigd valt dit buiten het kader van deze
beschrijving.
MIDDELBURG, OOSTKERK
1. DE BOUW VAN HET INSTRUMENT 1779-83
De teruggang van de welvaart in de 18e eeuw had ook zijn weerslag
op de stichting van orgels. Voor de bouw van grote orgels waren de
stads- en kerkbesturen vaak aangewezen op legaten of bijzondere
fondsen. In veel gevallen moest ook het particulier initiatief te hulp
komen. Een dergelijke situatie deed zich voor bij de stichting van het
orgel in de Oostkerk te Middelburg. Al lang bestond het verlangen
deze in de 17e eeuw gebouwde kerk van een orgel te voorzien, maar
het stadsbestuur beschikte niet over de middelen daartoe. In 1763
deed de hiervoor reeds genoemde Daniel Radermacher een voorstel
voor de bouw van een orgel in de Oostkerk, compleet met bestek, te
keningen en een kostberaming, maar geldgebrek verhinderde de
uitvoering van dit plan139.
De invoering van de nieuwe psalmberijming in 1776 deed het gemis
van een orgel weer eens duidelijk voelen. Een aantal inwoners diende
nu bij de magistraat een verzoek in een inzameling onder de burgerij
te mogen organiseren om daaruit de bouw van een orgel te bekostigen.
Het stadsbestuur gaf toestemming en stelde zelf 1000 beschikbaar.
Hoezeer het plan bij de bevolking aansprak blijkt wel uit het feit, dat
de inzameling 14.400 opbracht, naar onze begrippen een bedrag van
enkele honderdduizenden guldens. Mei 1779 kon het orgel worden
aanbesteed bij de gebroeders Petrus en Johannes de Rijckere te
Kortrijk140.
Hoewel in 1940 het stedelijk archief en het archief van de Hervormde
Gemeente verloren gingen het laatste bevatte de bestekken en rap
porten uit de jaren 1779-83141 zijn we van het verloop van de bouw
van het orgel vrij goed op de hoogte doordat een geschrift getiteld:
"Bericht wegens het Nieuwgebouwde orgel in de Oostkerk binnen
Middelburg in Zeeland" van de stadsorganist Willem Lootens be
waard bleef. Lootens schreef dit Bericht met de bedoeling het in druk
uit te geven, eigenlijk ter rechtvaardiging van zijn optreden bij dit
project. Op aandrang van anderen zag hij hiervan af om de contro
verse die de bouw had veroorzaakt niet te vergroten. Het manuscript
bleef bewaard en in 1949 is het geschrift door de fa. Van Leeuwen te
Leiderdorp in stencilvorm uitgegeven142. Na het verlies van alle ar
chivalia biedt het nu zeer welkome informatie over de bouwgeschiede-
68