Middelburg, waar het op deskundige wijze bewaard en beschreven zal worden. De collectie Diptera, bijeengebracht door Dr. J.G. de Man, werd voorlopig in bruikleen afgestaan aan het Zoölogisch Museum te Am sterdam. Hetzelfde geschiedde met de collectie kevers, bijeengebracht door Lako. De collectie opgezette vogels, die in het nieuwe museum moeilijk een plaats kon vinden, werd in bruikleen afgestaan aan het Gemeentelijk Museum te Aardenburg. Het Genootschap is veel dank verschuldigd aan de in 1972 ingestelde commissie van onderzoek naar de toestand van de bezittingen van het Genootschap. Deze commissie bracht in het verslagjaar rapport uit aan het bestuur en legde daarmee de basis voor de beslissingen die ten aanzien van die bezittingen genomen zijn of zullen worden. De algemene vergadering nam ten aanzien van de Encyclopedie van Zeeland het belangrijke besluit een redacteur-secretaris aan te trek ken, die zijn volle aandacht en tijd aan de verwerkelijking van de uitgave zou kunnen wijden. Aan het eind van het verslagjaar leek de hoop gerechtvaardigd, dat deze indertijd met zoveel enthousiasme aangevatte taak tot een goed einde zal worden gebracht. Bovengenoemde ontwikkelingen vergden veel overleg. De algemene vergadering kwam driemaal bijeen, het algemeen bestuur zesmaal en het dagelijks bestuur zestien keer. Het ledental van het Genootschap nam met 19 toe tot 1015 per 31 december 1973. De heer J.H. Coppens moest helaas zijn functie van adjunct-secretaris neerleggen. In de drie jaren van zijn bestuurslidmaatschap heeft hij veel tot de goede gang van zaken in het Genootschap bijgedragen. De vacature werd vervuld door de benoeming van Dr. S. Parma reeds bestuurslid tot adjunct-secretaris. Diens plaats in het alge meen bestuur werd ingenomen door de heer P J.G. Molthoff. Tot leden van de commissie voor het Archief voor het jaar 1974 werden benoemd mevrouw Dr. W.S.S. van der Feen-van Benthem Jutting en de heren M.P. de Bruin, Mr. C.J. van Heel en de secretaris van het Genootschap. In het bestuur van de Zeeuwse Museumstichting werd op voordracht van het Genootschap benoemd het erelid Drs. P.J. van der Feen, als opvolger van Mr. W.D. de Bruine. De administratie van het Genootschap en veel van het organisatorische werk was ook dit jaar in de ervaren handen van Mevrouw Kuiper- Abee. De in het vorige jaar aangevangen lezingencyclus "De Oosterschelde en de zee" werd in het verslagjaar afgerond met de volgende lezingen: 8 januari 1973 "Waterhuishouding en ruimtelijke indeling". Inleider: Ir. A.J. Beenhakker te 's-Gravenhage. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 6