De gebroeders De Rijckere hadden dit verschil ook wel begrepen, maar
zij waren niet in staat geweest zich op de Hollandse bouwtrant in te
stellen. Lootens en de andere initiatiefnemers hebben al te zeer ver
trouwd op hun verzekering dat zij daartoe wel in staat waren.
Het orgel had na de oplevering in 1783 deze dispositie144:
Hoofdwerk:
1. Bourdon 16'
2. Prestant 8' disc, dubbel
3. Gemshoorn 8'
4. Holpijp 8' bas/disc.
5. Octaaf 4'
6. Open Fluit 4'
7. Superoctaaf 2' disc.d.
8. Cornet 6 st. disc.
9. Roerquint 6'
10. Sesquialter 3 st. bas/disc.
11. Mixtuur 4-6-8 st. bas/disc.
12. Trompet 8' bas/disc.
13. Clairon 4' bas/disc.
Bovenwerk:
1. Fluyt d'amour 8'
2. Baarpijp 8'
3. Fluit douce 4'
4. Gemshoorn 2'
5. Flageolet 1'
6. Quintfluit 3'
7. Echotrompet 8'
8. Vox humana 8'
Tremulanten rugwerk en bovenwerk.
Gehalveerde schuifkoppel hoofdwerk-rugwerk.
IClavieromvang C-d'"; Pedaal C-d'.
Koppel pedaal-hoofdwerk.
Rugwerk:
1. Holpijp 8'
2. Quintadeen 8'
3. Prestant 4' disc, dubbel
4. Roerfluit 4'
5. Doublet 2' disc, dubbel
6. Nasard 3'
7. Larigot l1//
8. Mixtuur 4-6-st. bas/disc.
9. Trompet 8'bas/disc.
10. Basson 8' bas/disc.
Pedaal:
1. Subbas 16'
2. Prestant 8'
3. Octaaf 4'
4. Bazuin 16'
5. Trompet 8'
6. Clairon 4'
2. REPARATIES IN DE 19e EN 20e EEUWJ RESTAURATIE 1970-74
Ondanks het verloren gaan van het kerkarchief zijn we over de repa
raties in de 19e eeuw nog redelijk geïnformeerd. J. de Kanter Phil.z.
vermeldt in de korte beschrijving van het orgel in "De provincie Zee
land" de reparaties tot omstreeks 1824 en voor die van de jaren
veertig en vijftig beschikken we over aantekeningen van de orgelbou
wer J.A. Mennes. De dispositie-opgave van M.H. van 't Kruys maakt
het bovendien mogelijk een tussentijdse balans op te maken. De Kan
ter vermeldt dat het orgel in 1802-3 door J.P. Schmidt te Gouda
73