een aantal tongwerken (vermoedelijk echotrompet en vox humana) nieuw regeerwerk voor manuaal en pedaal en nieuwe kanalen. Waar schijnlijk heeft Mennes bij deze reparatie ook de mixtuur tot 2-4 sterk uitgedund147. 0e andere wijzigingen in de periode-Mennes kunnen we afleiden uit de dispositie-opgave van M.H. van 't Kruys148. Behalve de al genoem de veranderingen blijkt uit deze opgave de wijziging van de larigot 1 yi in een quintviolet 1' op het rugpositief, die van de sesquialter in een quint 3' en van de roerquint 6' in een nachthoorn 4' op het hoofd werk en de wijziging van de fluit d'amour van het bovenwerk in een prestart 8'. Vermoedelijk waren in deze tijd ook reeds de dubbelkoren van de prestanten weggenomen. Een laatste ingrijpende herziening verrichtte de fa. Sanders te Hilversum in 193014®. Deze verving de oude klavieren, plaatste op het rugpositief een violon 8' voor de nasard 3', op het bovenwerk een gamba 8', voix celeste 8' en aeoline voor quint 3', flageolet 1' en vox humana 8', op het pedaal een roerfluit 4', voor de clairon 4', vernieuwde de echotrompet van het bovenwerk en gedeeltelijk de clairon 4' van het hoofdwerk. Toen in 1964 de balans van de opeenvolgende vernieuwingen werd opgemaakt bleek dat van de oorspronkelijke 37 registers niet minder dan 12 geheel of ten dele waren vervangen en een aantal andere zoals de mixtuur van het hoofdwerk en de dubbelkoren van de prestanten in aantal waren gereduceerd. Na een inventarisatie van het historisch pijpmateriaal heeft de heer L.E. Emé als adviseur van de orgelcom missie van de Hervormde Kerk een restauratieplan opgesteld150. Het orgel is in de jaren 1970-74 volgens dit plan gerestaureerd door de fa. E. Leeflang te Apeldoorn. Na het overlijden van de heer L.E. Emé is de restauratie begeleid door dr. M.A. Vente en H. Emé. Voor de restauratie is de toestand na de oplevering door Johannes van Over- beek in 1783 tot uitgangspunt genomen. Op het hoofdwerk is de mix tuur op zijn oorspronkelijke sterkte gebracht, de comet van het ont brekende tertskoor voorzien, aan prestant 8' en octaaf 2' het dubbel- koor toegevoegd, een nieuwe roerquint 6' aangebracht en de clairon 4' voor zover niet meer oorspronkelijk vernieuwd. Bij het rugpositief is de prestant 8' van Mennes vervangen door een nieuwe prestant 4', de holpijp gedeeltelijk vernieuwd en een nieuwe nasard 3', terts ls/5, mixtuur en basson 8' aangebracht. De fluitviolet 1' van het rugpositief is als flageolet 1' op het bovenwerk gebruikt. Op dit werk zijn een nieuwe gemshoorn 2', echotrompet 8' en vox humana geplaatst, terwijl de quint 3' weer in een gemshoorn 2' is gewijzigd en het houten pijpwerk van de prestant 8' voor de fluyt d'amour is ge bruikt. Op het pedaal is een nieuwe clairon 4' aangebracht, vervaar digd uit oud materiaal (niet met conducten maar direct op de lade geplaatst). Bijzondere vermelding verdient dat het orgel weer op zijn 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1974 | | pagina 75