Bovenwerk:
1. Baarpijp 8' 1974
2. Fluyt d'amour 8' 19e eeuw
aanvulling 1974
3. Fluyt douce 1782
4. Quintfluit 3' 1782
5. Gemshoorn 2' 1974
6. Flageolet 1' 1782
7. Echotrompet 8' 1974
8. Vox humana 8' 1974
Tremulant
Afsluiting
Klavieromvang C-d'". Pedaal C-d'
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk
Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Calcantenbel.
3. DE ORGELKAS
Pedaal:
1. Subbas 16'
1782
2. Prestant 8'
1782
frontpijpen
1803
3. Octaaf 4'
1782
4. Bazuin 16'
1782
5. Trompet 8'
1782
6. Schalmei 4'
1974
Orgelkas, preekstoel, banken en tuin zijn een ontwerp van Conradt
Kaijser, van 1776-90 architect van de provincie. Conradt Kaijser werd
in 1750 geboren te Vorden. Hij vestigde zich eerst te Nijmegen en
werd in 1776 benoemd tot "landsfabriek" van de provincie Zeeland152.
Uit deze functie nam hij in 1790 ontslag wegens vestiging in Over-
ijsel153. Het laatste deel van zijn leven bracht hij door te Amsterdam
waar hij 30 januari 1824 overleed154. Kaijser heeft in zijn functie van
landsfabriek betrekkelijk weinig creativiteit kunnen ontplooien. Nieuw
bouw kwam weinig voor zodat zijn voornaamste bezigheid bestond in
het leiden van onderhoudswerken aan de bestaande gebouwen. In
dienst van de provincie ontwierp Kaijser in 1782 kerk, pastorie en
school te Hoofdplaat, een reconstructieplan voor het abdijplein te
Middelburg en in 1783 een nieuw interieur voor de vertrekken van de
Raden van Vlaanderen in het abdijcomplex155. Voor de stad Middel
burg ontwierp Kaijser in 1778 een nieuwe zijgevel voor het stadhuis156.
Onuitgevoerd bleef een ontwerp voor een rusthuis voor bejaarde zee
lieden, dat hij inzond op een prijsvraag van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen in 1786157. Vermoedelijk ontwierp hij ook
het zgn. Armziekenhuis aan de Heerengracht en enkele woonhuizen
te Middelburg. In deze weinige werken toont Kaijser zich toch een
bekwaam en voor zijn tijd modern architect. Hij behoort tot het nieuwe
type van de intellectuele architect, dat na de periode van de timmer
man-architect in de tweede helft van de 18e eeuw zijn intrede deed158.
Het plaatsen van een orgel in een volgens het principe van de centraal-
bouw ontworpen kerk was geen eenvoudige opgave, zeker niet in de
78