vatief-liberalen. In 1848 kregen zelfs konservatieven er invloed. Van Tijn,
'Tien jaar', 195 vlg., 296 vlg.; voorts Bijlage G.
25. D.w.z. de Wet op de Kerkgenootschappen, vgl. I.
26. Westerhoff stopte gewoonlijk de tekst van zijn redes in zijn hoed: Ising,
In de Kamers, 24.
27. Voorzitter: 1877-84; zie voorts: 9385.
28. Vgl. 18 en 18145.
29. Deze blamage deed jhr. mr. S.W.H.A. Beijma thoe Kingma zichzelf aan;
vgl. ook: Sagittarius, Portretten, 10 vlg.
30. Mr. J.S. Lotsy was niet de enige die merkte dat de vorstin zich op konversatie
voorbereid had; H.v.A., Herinneringen, 235 vlg.
31. Hij pleitte immers in de Zeeuwse pers voor het liberalisme; Abrahams, Pers
in Zeeland, 154 vlg.; daarom meende hij in Van Hall's zwarte boek te staan.
Zie ook: 120, 121.
31a. Mr. M.J. de Man.
32. Volgens een bekende anekdote evenwel zwoer hij op een emotionele politieke
vergadering vóór 1848 dat hij zijn baard zou laten staan tot grondwetswijziging
afkwam; daarna bleef hij die 'politieke baard' dragen. Bool, 'Levensbericht
D.v.E.', 102; Castor et Pollux, Portretten, 37; Ising, In de Kamers, 11.
33. Jhr. mr. M.G. Paspoort van Grijpskerke.
34. Van Eek was mede-oprichter en redakteur van de Zeeuwsche Courant (1848-
49); Abrahams, Pers in Zeeland, 162 vlg.
35. Mr. A.F. Sifflé.
36. F.H. Batenburg.
37. In de kop van de Zeeuwsche Courant stond het leeuwtje van het provincie
wapen afgebeeld. Voor Van Eck's gelijkenis met de Zeeuwsche leeuw zie 31,
315T. De volledige tekst van Paspoort's schimpdicht: A.R.A., verz. Van Eek,
map 9 en Abrahams, Pers in Zeeland, 167 vlg.
38. Mr. W.B. Donker Curtius van Tienhoven.
39. Mr. G. van der Jagt Wzn.
40. Mr. C.J. Frangois.
41. Mr. W.K.B. Wintgens.
42. Mr. P.A. van Steenbergen.
43. Mr. J.C. Faber van Riemsdijk.
44. Vgl. 36, 37.
45. A. Ising.
46. Door zich te verzetten tegen de behandeling van een amendement-Thorbecke
op minister Van Heemstra's spoorwegwetsontwerp; het wetsontwerp voorzag in
o.a. spooraanleg in Zeeland en Gelderland en het amendement wilde die plannen
besnoeien. Ising, In de Kamers, 10 vlg.
47. Van Heemstra's Begroting werd eind 1861 door de 2e Kamer verworpen na
een venijnig debat waarin speciaal de liberalen aanvielen. Van Weideren Rengers,
128