118. Ten tijde van Van Eclc's lidmaatschap (1870-83) een behoudend-liberale
kiesvereniging. Vgl. ook 86, 8664; Bijlage H.
119. Jhr. mr. S. Laman Trip.
120. De Unie stelde in 1885 kiesrechtuitbreiding aan de orde bij de liberale kies
verenigingen die zij overkoepelde; Van der Mandele, Liberalisme125 vlg.; Van
Eek trad echter al in 1883 uit De Grondwet; Van Eek, Familie Van Eek63;
Bijlage H.
121. Vgl. 112117.
122. Mr. A. Blussé.
123. Vgl. Bijlage D; Lenting werd echter pas in febr. 1868 Kamerlid zijn
naam staat dan ook niet op de lijst.
124. Vgl. Bijlage G. Notulen niet aanwezig in verz. Van Eek.
125. Binnen de Liberale Unie ageerden radikale liberalen rond 1885 voor o.a.
kiesrechtuitbreiding; vgl. 113120.
126. Vgl. 15, 15135, 16, 16139; De Waal, Aanteekeningen.
127. November 1880, vgl. 52, 52122.
128. Van Eck's visie op de afbouw van de goevemementskultuur: 16, 16139.
129. Mr. G. van Heukelom.
130. Hij was administrateur (1849), huurder (1851), gedeeltelijk (1853) en
volledig (1857) eigenaar van de suikerfabriek in Pandji. Gestegen suikerprijzen
en een voordelig goevemementskontrakt stelden hem in staat de oorspronkelijke
eigenaars mr. J.H. Cremer en mr. J. Loudon uit te kopen. Idema, 'Fransen
van de Putte', 294 vlg.
131. Toen een gewijzigde motie-Van Eek op afbouw van assurantie was aange
nomen, Handelingen1858-59, 2e Kamer, 556-67, handhaafde v.d. Putte ver
zekering der lading boven de 5 ton waarde, Ibidem, 1873-74, 253-55, wegens
risiko van vervoer in grote schepen.
132. Verwerping febr. 1860; aanneming 2e voorstel augustus 1860; Jonckers
Nieboer, Spoorwegen, 88 vlg.
133. H. Mensonides.
134. Bij Thorbecke's val in 1853 stond Van Hall klaar om meteen op te volgen.
Van Raalte, Staatshoofd, 100; voorts: I3 en III33.
135. Het Haagse Bos.
136. Van Weideren Rengers, Schets, I, 215 vlg.
137. Mr. J.P.J.A. graaf Van Zuylen van Nijevelt.
138. P.J.B.C. Robidé van der Aa (pseud. Robrecht van Peene) schreef 't artikel
in dec.nr. Zondagsblad (1860) 236 vlg.
139. De nimf Egeria was de echtgenote (of beschermster) van deze legendarische
tweede koning van Rome.
140. Handelingen, 1860-61, 2e Kamer, 295-6, 303, 3041-3042.
141. Volgens mr. A.W. Engelen bestond het zwarte boek alleen in de geruchten
waaraan de negatieve houding van Van Hall overigens veel voedsel gaf, omdat
de regering voorstanders van hervorming slecht gezind bleek te zijn en liet be-
132