BIJLAGE C Pleidooi voor uitbreiding van de Haagse constitutionele liberalekiesvereni ging tot een landelijke (1858) (A.R.A., verz. Van Eek, map 7, nr. 52) Aan de Heeren Jhr. J.P. Cornets de Groot van Kraayenburg en Mr. P.L.F. Blussé. Mijne Heeren! In eene der vergaderingen van onze constitutionele vereeniging werd ten vorigen jare ten gevolge van eene woordenwisseling ontstaan door den wensch, geuit door den Heer Cornets de Groot, dat er middelen in het werk mogten worden ge steld, leidende tot de vestiging van eene algemeene constitutionele vereeniging, door mij een voorstel gedaan om eene commissie te benoemen om een onderzoek in het werk te stellen betreffende de vestiging van eene voor Nederland alge meene constitutionele vereeniging, en de middelen die daartoe kunnen leiden, welk voorstel door de vergadering is aangenomen, en eene commissie benoemd van drie leden, behalve mij bestaande uit de Heeren Cornets de Groot en Blussé! Mijne medeleden hadden reeds vroeger van mij mogen verwachten de uiteenzet ting van mijn denkbeeld om daarover gezamenlijk van gedachten te wisselen; de gelegenheid heeft mij steeds ontbroken; ik ga thans daartoe over. Met het oog op den oorsprong van de thans bestaande constitutionele vereeni ging meen ik te mogen veronderstellen, dat door die vereeniging de noodzakelijk heid om zoodanige vereeniging tot stand te brengen, niet in twijfel wordt ge trokken. Een jaar geleden werd door mij aan negen onzer tegenwoordige medeleden, de Heeren De Pinto, De Witte van Citters, Cornets de Groot, Blussé, Van Hoëvell, Janssens, Krayenhoff van de Leur, Van Limburg Brouwer en Van der Linden, aan ieder afzonderlijk de vraag voorgesteld, of zij met elkander bij mij wilden bijeenkomen om te beproeven of men eene algemeene constitutionele vereeniging voor Nederland in het leven zou kunnen roepen, waarvan het middenpunt te 's Gravenhage zou zijn gevestigd. Door ieder dier Heeren werd mij daarin ondersteuning beloofd: ieder beloofde daartoe te willen medewerken; twee vergaderingen zijn daarop ten mijnen huize gehouden; later heeft men zich verplaatst in het tegenwoordig locaal; er is uit breiding aan het getal leden gegeven; voorlopig heeft men zich bepaald tot eene plaatselijke vereeniging; de uitvoering van het oorspronkelijk plan is eenigen tijd uitgesteld; maar er zijn geene redenen bekend, die het vermoeden zouden kun nen wettigen, dat het oorspronkelijk plan schipbreuk zou hebben geleden. De aard der zaak geeft daartoe evenmin aanleiding. Ons doel is toch even als vroeger, handhaving, ontwikkeling en voortplanting van den constitutionelen zin in Nederland. Van die ontwikkeling hangt de handhaving af van het liberalisme. Al ware het dat men er in mogt slagen om eene meerderheid van constitutio nelen in 's lands vergadering te voeren, er zou weinig zijn gewonnen, zoo men er niet tevens in geslaagd ware de burgerij van de waarde der constitutionele begin selen te overtuigen; de overwinning zou anders slechts tijdelijk zijn en op geenen vasten bodem rusten. Het voorname middel om dat begrip, die overtuiging, die liefde voor het con stitutioneel stelsel bij de natie in te voeren, bestaat in de vereeniging van eens denkenden; wetenschap en kracht om te handelen worden daardoor bevorderd. Vis unita fortior. 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1975 | | pagina 135